De nieuwe aftrek vertoont aanzienlijke verbeteringen tegenover de octrooiaftrek. Zo is het toepassingsgebied ruimer dan octrooien. Voortaan komen ook andere intellectuele eigendomsrechten in aanmerking, zoals de auteursrechtelijk beschermde software. Bovendien telt ook de vergoeding verkregen bij de vervreemding van intellectuele rechten onder bepaalde voorwaarden mee als kwalificerende inkomsten voor de toepassing van de nieuwe aftrek.
De aftrek in het nieuwe regime wordt ook opgetrokken van 80% tot 85%.
De octrooi-aftrek: OESO screent het Belgische regime
Sinds aanslagjaar 2008 kunnen vennootschappen 80% van hun bruto-inkomsten die ze halen uit octrooien fiscaal vrijstellen. Dat betekent dat het effectieve belastingtarief voor die inkomsten verlaagt tot hoogstens 6,798% (20% van het normaal tarief in de vennootschapsbelasting van 33,99%). Doel van deze maateregel is innovatie door onderzoek en ontwikkeling te stimuleren en de bescherming ervan via octrooien aan te moedigen.
Maar niet alle bedrijven in België kunnen gebruik maken van de octrooi-aftrek. Dat komt omdat de aftrek beperkt is tot octrooien. Zo valt de softwaresector grotendeels buiten het toepassingsgebied, omdat deze haar intellectuele eigendom zelden beschermt via een octrooi.
Bovendien moeten bedrijven wachten op de erkenning van het octrooi alvorens de aftrek te kunnen toepassen.
Op verzoek van de OESO heeft België het regime van de octrooiaftrek afgeschaft en komt een nieuw regime in de plaats van het oude. De regering voorziet eveneens, binnen het kader van de OESO-richtlijnen, in een overgangsregeling die bedrijven toelaat om onder bepaalde voorwaarden gedurende 5 aanslagjaren te blijven genieten van het oude regime.
Overgangsregeling
Belastingplichtigen mogen de octrooiaftrek nog toepassen op octrooi-inkomsten die behaald worden tot 30 juni 2021, voor zelf ontwikkelde octrooien die vóór 1 juli 2016 zijn aangevraagd en voor verbeterde octrooien en licenties op octrooien die vóór die datum zijn verworven.
Om misbruiken te vermijden, is de overgangsbepaling niet van toepassing op octrooien die vanaf 1 januari 2016 rechtstreeks of onrechtstreeks werden verworven en die bij de overdragende vennootschap niet voor de octrooiaftrek (of een gelijkaardige regeling naar buitenlands recht) in aanmerking kwamen.
Inwerkingtreding
De nieuwe wet treedt retroactief in werking op 1 juli 2016.
FAQ
Wij lichten de praktische impact van de nieuwe regeling graag toe in enkele 'Frequently Asked Questions'.
De aftrek voor innovatie-inkomsten laat een fiscale aftrek toe 85% van de netto-inkomsten uit innovatie in de vennootschapsbelasting of de belasting niet-inwoners (vennootschappen).
De aftrek voor innovatie-inkomsten geldt voor intellectuele eigendomsrecht waarvan de vennootschap volle eigenaar, mede-eigenaar, vruchtgebruiker, licentiehouder of rechtenhouder is:
- Een octrooi of aanvullend beschermingscertificaat;
- Een kwekersrecht waarvan de aanvraag ten vroegste op 1 juli 2016 is ingediend, of in het geval van een verworven kwekersrecht, dat na 30 juni 2016 is verworven;
- Een weesgeneesmiddel waarvan de aanvraag ten vroegste op 1 juli 2016 is ingediend, of in het geval van een verworven weesgeneesmiddel, dat na 30 juni 2016 is verworven;
- Na 30 juni 2016, van overheidswege toegekende data- of marktexclusiviteit voor gewasbeschermingsmiddelen, geneesmiddelen voor menselijk en dierengeneeskundig gebruik en weesgeneesmiddelen;
- Een auteursrechtelijk beschermd computerprogramma met inbegrip van een afgeleid werk of aanpassing van een bestaand computerprogramma dat voortvloeit uit een onderzoeks- en ontwikkelingsproject of -programma en dat nog geen inkomsten heeft voortgebracht vóór 1 juli 2016.
Het volstaat dat een vennootschap over enig recht beschikt voor het gebruik van de intellectuele eigendom. De bijdrage die geleverd wordt aan het gezamenlijk ontwikkelen van een intellectuele eigendom geeft de vennootschap in kwestie recht om aanspraak te maken op de aftrek voor innovatie-inkomsten.
Alle aan marketing gerelateerde intellectuele eigendom van de aftrek voor innovatie-inkomsten is uitgesloten van het toepassingsgebied. Inkomsten uit de benaming, logo’s, vormen, … om een product of dienst te onderscheiden, komen dus niet in aanmerking. Ook gebruiksmodellen komen niet in aanmerking voor de aftrek voor innovatie-inkomsten.
Belgische vennootschappen, en Belgische inrichtingen van buitenlandse vennootschappen kunnen de nieuwe innovatieaftrek toepassen als het intellectueel eigendomsrecht wordt toegewezen aan de Belgische inrichting.
De nieuwe aftrek kan worden toegepast ongeacht het land waar het product, de dienst of de werkwijze bescherming geniet. Een octrooi of ander intellectueel eigendomsrecht mag dus ook buiten België of de EU verleend worden.
Aard van de inkomsten
Innovatie-inkomsten kunnen de vorm aannemen van licentievergoedingen, schadevergoedingen op grond van een rechterlijke of arbitrale beslissing, een minnelijke schikking of een verzekeringsovereenkomst, of kunnen vervat zitten in de verkoopprijs van het product of dienst dat voortkomt uit het octrooi of kwekersrecht.
Timing
Bedrijven die het nieuwe regime willen toepassen kunnen dit maar doen voor inkomsten die ze behalen uit IP vanaf 1 juli 2016. Ze moeten de kosten voor de ontwikkeling van de IP echter maar opnemen vanaf 30 juni 2016.
Netto innovatie-inkomsten
Onder het regime aftrek innovatie-inkomsten gelden de netto innovatie-inkomsten. Dit zijn de innovatie-inkomsten verminderd met de in kosten opgenomen uitgaven van het jaar zelf, alsook kosten opgenomen in voorgaande belastbare tijdperken die eindigen na 30 juni 2016:
- Ontwikkelingskosten van boekjaren die eindigen vóór 30 juni 2016, hoeven niet te worden afgetrokken;
- Belastingplichtigen krijgen de mogelijkheid om kosten van voorgaande boekjaren gespreid in mindering te brengen van de innovatie-inkomsten over een periode van maximaal zeven belastbare tijdperken;
- Een negatief saldo wordt naar het volgende jaar overgedragen.
Om te bepalen of een kost rechtstreeks betrekking heeft op innovatie-inkomsten wordt niet zozeer naar de ‘aard’ van de kosten gekeken, maar wel naar hun eigenlijke aanwending.
De innovatie-inkomsten komen verder slechts in aanmerking wanneer zij in het in België belastbare resultaat voorkomen. De aftrek geldt niet voor inkomsten die aan buitenlandse vaste inrichtingen zijn toegerekend.
Doorrekening van kosten
Belgische vennootschappen die eigenaar zijn van een patent maar de uitgaven van O&O – al dan niet gedeeltelijk - doorrekenen aan bijvoorbeeld groepsvennootschappen, moeten deze (doorgerekende) O&O uitgaven alsnog aftrekken van de bruto innovatie-inkomsten om de netto innovatie-inkomsten te bepalen.
De bedragen verkregen bij de vervreemding van een intellectueel eigendomsrecht komen eveneens voor de aftrek voor innovatie-inkomsten in aanmerking. Hierbij wordt de gehele verkoopprijs als bruto innovatie-inkomst aangemerkt maar er zijn wel voorwaarden aan gekoppeld:
- Wanneer het een door de vennootschap geheel of gedeeltelijk tot stand gebracht intellectueel eigendomsrecht betreft, moet dit ten laatste in het belastbaar tijdperk voorafgaand aan datgene waarin de vervreemding heeft plaatsgevonden, tot stand zijn gebracht;
- Indien een aangeschaft intellectueel eigendomsrecht, dat al dan niet werd verbeterd, wordt doorverkocht, moet deze aanschaffing ten laatste 24 maanden voorafgaand aan de vervreemding zijn gebeurd;
- Ten slotte wordt vereist dat de ontvangen vergoeding integraal wordt geherinvesteerd in ‘eigen’ O&O-uitgaven voor andere intellectuele eigendomsrechten en wel binnen vijf jaar.
De focus ligt bij de aftrek van innovatie-inkomsten, net zoals in het oude regime aftrek octrooi-inkomsten, op substantie: de graad van economische activiteit in ons land. Onder het regime van de octrooiaftrek wordt substantie gegarandeerd door de vereiste dat de ontwikkeling of verbetering van het octrooi in een onderzoekscentrum moet plaatsvinden (niet van toepassing voor kmo's). Deze voorwaarde is nu geschrapt. De graad van substantie wordt onder het nieuwe regime gemeten aan de hand van de zogenaamde ‘Nexus ratio’ (zie verder).
De ontwikkeling van een IP moet niet meer noodzakelijk uit een onderzoekscentrum komen.
De vereiste van een onderzoekscentrum wordt vervangen door de Nexus-ratio. Dat is voortaan de enige link met de substantie.
Bewerking in de aangifte vennootschapsbelasting
In de aangifte vennootschapsbelasting komt de bewerking van de innovatieaftrek na de DBI-aftrek en vóór de notionele intrestaftrek, de aftrek van vorige verliezen en de investeringsaftrek.
Overdracht niet-gebruikte aftrek
De niet-gebruikte aftrek voor innovatie-inkomsten kan worden overgedragen naar volgende aanslagjaren. Dit is onder het regime van de octrooiaftrek niet mogelijk.
Aftrek van netto-inkomsten
De nieuwe aftrek is enkel van toepassing op netto-inkomsten (in tegenstelling tot de octrooi-aftrek) en wordt per aanslagjaar en per intellectueel eigendomsrecht berekend.
Correctiefactor – Nexus ratio
Zowel de zelf ontwikkelde intellectuele rechten als deze die extern verworven worden, komen in aanmerking voor de innovatieaftrek. Maar om het bedrag van de innovatieaftrek te berekenen moet op instructie van de OESO voortaan ook de Nexus ratio van de Belgische entiteit berekend worden. Deze ratio sluit de aangekochte intellectuele rechten en onderzoeksrichtingen uitbesteed aan verbonden ondernemingen uit van de aftrek voor innovatie-inkomsten.
Nexus ratio: a + b
a + b + c + d
a : Eigen kosten O&O
b : Kosten van O&O van niet-verbonden ondernemingen
c : Kosten voor aankoop van intellectuele rechten
d : Kosten van O&O uitbesteed aan verbonden ondernemingen
Kosten die betrekking hebben op interestbetalingen, kosten voor de huur of eigendom van een gebouw of kosten die geen onderzoek- en ontwikkelingsactiviteiten vertegenwoordigen worden uitgesloten van de ratio. Uitgaven die geen rechtstreekse link hebben met specifieke intellectuele eigendomsrechten beïnvloeden de Nexus ratio niet. Zij moeten niet afgetrokken worden van de bruto-inkomsten verkregen uit de intellectuele rechten vermeld in de nieuwe wet.
In principe omvatten de uitgaven die in rekening moeten worden genomen voor de Nexus ratio alle uitgaven die gemaakt worden gedurende de levensduur van het intellectuele eigendomsrecht.
De teller van de Nexus ratio wordt automatisch verhoogd met 30%, maar de breuk mag nooit groter zijn dan 1. Door deze verhoging worden ondernemingen niet excessief benadeeld voor het uitbesteden van onderzoek en ontwikkeling aan een verbonden onderneming of voor het verbeteren van een verworven intellectueel eigendomsrecht.
Concreet:
Nexus ratio = kwalificerende uitgaven O&O x 1.3
Algehele uitgaven O&O
Innovatieaftrek = (bruto innovatie-inkomsten – uitgaven inzake onderzoek en ontwikkeling) x Nexus ratio X 85%
Wanneer kan worden aangetoond dat de Nexus ratio omwille van uitzonderlijke omstandigheden niet overeenstemt met de verhouding tussen zelf uitgevoerde en uitbesteedde O&O-activiteiten (niet-kwalificerende uitgaven), mag deze vervangen worden door een hogere ratio. Dit kan enkel mits aanvraag van een ruling bij de Dienst Voorafgaande Beslissingen wanneer de ratio, vóór de toepassing van de 30%-verhoging, een minimum van 25% bereikt.
|
2017 |
2018 |
2019 |
Kwalificerende uitgaven O&O |
300 |
200 |
100 |
Andere uitgaven O&O |
100 |
100 |
0 |
Totale uitgaven O&O |
400 |
300 |
100 |
Innovatie-inkomsten |
100 |
800 |
2.000 |
Totale uitgaven O&O |
-100 |
- 300 |
- 100 |
Recapture historische kosten |
0 |
- 300 |
0 |
Netto innovatie-inkomsten (1) |
0 |
200 |
1.900 |
Kwalificeren uitgaven O&O x 130% (X) |
390 |
650 |
780 |
Totale uitgaven (y) |
400 |
700 |
800 |
Nexus ratio (2) = (X)/(Y) |
97,5% |
92,86% |
97,5% |
Innovatie-aftrek =
Netto innovatie-inkomsten (1) x Nexus Ratio (2) x 85%
|
0
|
158
|
1.575
|
Nog niet in mindering gebrachte uitgaven (overdracht) |
300 |
0 |
0 |
Parameters in dit voorbeeld:
2017
Stel dat een vennootschap in 2017 voor een bedrag van 400 aan totale O&O-uitgaven heeft gedaan voor het ontwikkelen van een intellectueel eigendomsrecht waarvoor een octrooi werd aangevraagd. Een deel van de O&O-uitgaven komt in aanmerking (300 kwalificerende O&O uitgaven); een ander deel (100) betreft de uitbesteding aan verbonden ondernemingen van onderzoek en ontwikkeling en komt niet in aanmerking. Stel dat de vennootschap alle uitgaven in kosten heeft genomen en dat zij in 2017 voor 100 aan innovatie-inkomsten heeft. Dit betekent dat de netto innovatie-inkomsten 0 zijn voor 2017 en dat de aftrek innovatie-inkomsten dus niet kan worden toegepast. De uitgaven die zij niet in mindering heeft gebracht mogen worden overgedragen naar 2018. We gaan er in dit voorbeeld van uit dat er niet is geopteerd om de kosten van O&O te spreiden over maximaal 7 boekjaren.
2018
In 2018 heeft de vennootschap O&O-uitgaven van 300 (die integraal in kosten worden genomen) en innovatie-inkomsten van 800. Om de netto innovatie-inkomsten te bepalen, moet de vennootschap de kosten van het huidige boekjaar in mindering nemen, alsook de niet in mindering gebrachte kosten van 2017.
In jaar 2 doet de belastingplichtige bijkomende O&O-uitgaven: 200 die in aanmerking komen en 100 niet. De netto innovatie-inkomsten bedragen alsdusdanig 200. Vervolgens moet de Nexus-ratio worden bepaald met als teller de kwalificerende uitgaven van 2017 en 2018 en in de noemer de totale uitgaven van 2017 en 2018. De Nexus-ratio bedraagt 92,9% in 2018. De innovatie-aftrek kan nu worden berekend door de netto innovatie-inkomsten van 200 te vermenigvuldigen met 92.9% en 85%.
Ondernemingen die de aftrek voor innovatie-inkomsten willen toepassen, moeten voldoen aan een bijzondere documentatieverplichting. Deze documentatie laat toe na te gaan of de innovatie-inkomsten en de toegepaste Nexus ratio op correcte wijze bepaald werden.
Een formulier dat alle elementen die berekening van de aftrek staven, wordt toegevoegd aan de aangifte vennootschapsbelasting.
Ondernemingen (ook kmo’s) moeten in principe een documentatiedossier bijhouden per intellectueel eigendomsrecht.
Belastingplichtigen kunnen in eenzelfde aangifte zowel de octrooiaftrek als de aftrek voor innovatie-inkomsten toepassen, zolang dit niet voor dezelfde eigendomsrechten wordt gedaan.
Gedurende de overgangsregeling kan de octrooiaftrek namelijk nog verder worden toegepast op octrooi-inkomsten die tot 30 juni 2021 worden behaald uit zelf ontwikkelde octrooien die vóór 1 juli 2016 werden aangevraagd en uit verbeterde octrooien die voor deze datum zijn verworven. Voor deze octrooien kan de belastingplichtige in de overgangsperiode echter niet overschakelen van de octrooiaftrek naar de aftrek innovatie-inkomsten. De toepassing van de overgangsregeling is een onherroepelijke keuze.
Fusies en splitsingen zijn een neutrale transactie voor de toepassing van de aftrek voor innovatie-inkomsten.
De niet-gebruikte aftrek voor innovatie-inkomsten kan zonder beperking worden overgedragen bij een fusie of een splitsing.
Een samenvatting van de belangrijkste verschillen tussen het oude en nieuwe regime:
|
Oud regime |
Nieuw regime |
Toepassingsgebied |
Octrooiaftrek
|
Innovatie-inkomsten |
Basis voor vrijstelling |
Bruto-inkomsten |
Netto-inkomsten |
% vrijstelling |
80% |
85% |
Aftrek vanaf |
Verlening octrooi |
Aanvraag octrooi
Onder voorwaarde aanleg vrijgestelde reserve
|
In de aangifte |
Fiscale winst na DBI-aftrek |
Fiscale winst na DBI-aftrek |
Niet-gebruikte aftrek overdraagbaar? |
Neen |
Ja |
Wat bij fusie en splitsingen? |
Onduidelijk |
Toepasbaar |
Nexus-beperking |
Niet van toepassing
(O&O vereiste voor niet-kmo's)
|
Ja. Nexus-beperking aangekochte IP en betaling O&O-diensten aan groepsvennootschappen |
Vereiste onderzoekscentrum? |
Ja, maar niet voor kmo's |
Impliciet via Nexus-formule |
Hoe verwerken in de fiscale aangifte? |
Specifieke bijlage |
Specifiek bijlage |
Track & Trace |
Enkel inkomsten |
Inkomsten en kosten per IP en indien niet mogelijk per product of productgroep.
Alle kosten van vorige belastbare tijdperken die afsluiten na 30 juni 2016
|