Deze website maakt gebruik van cookies. Op deze manier kunnen we u een meer gepersonaliseerde dienstverlening bieden. Door het gebruik van deze website gaat u akkoord met het feit dat wij 'cookies' gebruiken. Lees onze privacy policy voor meer informatie over het gebruik van cookies en hoe u deze kunt deleten en blokkeren.
  • Aftrek innovatie-inkomsten: boeking intellectuele eigendomsrechten

Aftrek innovatie-inkomsten: boeking intellectuele eigendomsrechten

07 juni 2019

De FOD Financiën publiceerde eind juli 2018 een lijst van FAQ over de aftrek voor innovatie-inkomsten. Aan FAQ nr. 3 in verband met de intellectuele eigendomsrechten bracht de Administratie een wijziging.

Boeking als immaterieel vast actief niet meer verplicht

De boeking als een immaterieel vast actief is geen verplichting meer om de aftrek innovatie-inkomsten te kunnen toepassen.

In de oorspronkelijke versie van deze FAQ werden ondernemingen verplicht hun intellectuele eigendomsrechten te boeken als immateriële activa om van de aftrek innovatie-inkomsten te kunnen genieten. Zo stond in de tekst van de FAQ te lezen: “De intellectuele eigendomsrechten waarvoor de vennootschap het voordeel van de aftrek (vrijstelling) voor innovatie-inkomsten wenst te verkrijgen, moeten geheel of gedeeltelijk door de vennootschap zelf zijn ontwikkeld of van derden zijn verworven” en opgenomen worden op het actief van de balans onder de rubriek  “II. Immateriële vaste activa”.

Echter is deze verplichting nergens opgenomen in de wet van 9 februari 2017 tot invoering van de aftrek voor innovatie-inkomsten, zoals geïntegreerd in art. 205/1 e.v. van het Wetboek Inkomstenbelastingen (WIB1992). Overigens was de verplichting tot opname als Kosten voor O&O ook niet opgenomen in het oude regime van de aftrek voor octrooi-inkomsten. Bovendien legt het BEPS-actieplan van de OESO evenmin een dergelijke verplichting op.

De Administratie heeft daarom de FAQ bijgewerkt om deze verplichting te schrappen. Wel moet een onderscheid worden gemaakt tussen de (geheel of gedeeltelijk) zelf ontwikkelde intellectuele eigendomsrechten en deze verworven van derden.

 

Intellectuele eigendomsrechten die geheel of gedeeltelijk werden ontwikkeld door de vennootschap

De intellectuele eigendomsrechten die geheel of gedeeltelijk door de vennootschap zelf zijn ontwikkeld, mogen op de balans geactiveerd worden, maar het feit of de intellectuele eigendomsrechten al dan niet op het actief van de balans worden opgenomen heeft geen invloed op de verkrijging van het voordeel van de aftrek voor innovatie-inkomsten.

Een intellectueel eigendomsrecht dat geheel of gedeeltelijk door de vennootschap zelf werd ontwikkeld en waarvan de gedane kosten voor O&O in het kader van die ontwikkeling niet werden opgenomen op het actief van de balans van de jaarrekening, is echter geen (immaterieel) vast actief. De vergoedingen die worden verkregen bij de vervreemding van dat intellectueel eigendomsrecht zijn bijgevolg geen innovatie-inkomsten in de zin van artikel 205/1, § 2, 2°, vijfde streepje, WIB 92. Voor deze vergoedingen kan de aftrek voor innovatie-inkomsten dan ook niet worden toegepast.

 

Intellectuele eigendomsrechten verworven van derden

Voor de intellectuele eigendomsrechten verworven van derden stelt de vraag zich heel anders. In toepassing van art. 35 KB/WVV wordt elk actiefbestanddeel gewaardeerd tegen aanschaffingswaarde en voor dat bedrag in de balans opgenomen. Wanneer een vennootschap een intellectueel eigendomsrecht verwerft van een derde, moet zij aldus de aanschaffingswaarde van dit actief opnemen op het actief van de balans. In tegenstelling tot de regeling voor de octrooiaftrek legt geen enkele wettelijke verplichting een voorwaarde op tot verbetering van het intellectueel eigendomsrecht verworven van derden om te kunnen genieten van de aftrek voor innovatie-inkomsten. Echter wordt dergelijke verplichting tot verbetering afgeleid uit de ‘Nexus Ratio’ omdat de kosten verbonden aan de verwerving van een intellectueel eigendomsrecht niet kwalificerende O&O uitgaven zijn voor de bepaling van de Nexus ratio en dus geen aftrek voor innovatie-inkomsten voorzien mag worden voor de verwerving van een dergelijk intellectueel eigendomsrecht indien dit niet verbeterd wordt.

Een vennootschap die wil genieten van de aftrek voor innovatie-inkomsten in geval van verwerving van intellectuele eigendomsrechten van derden zal daarom verbeteringen aan het recht moeten aanbrengen om zo de ‘Nexus Ratio’ te corrigeren door kwalificerende kosten toe te voegen.

 

Conclusie

Uit de aanpassing van FAQ nr. 3 menen we te kunnen afleiden dat de ondernemingen die hun eigen ontwikkelde intellectuele eigendomsrechten niet activeren zich ervan bewust moeten zijn dat ze afzien van de mogelijkheid om te kunnen genieten van de aftrek voor innovatie-inkomsten bij een definitieve overdracht van het recht (mits het respecteren van de voorwaarde tot herbelegging).