Deze website maakt gebruik van cookies. Op deze manier kunnen we u een meer gepersonaliseerde dienstverlening bieden. Door het gebruik van deze website gaat u akkoord met het feit dat wij 'cookies' gebruiken. Lees onze privacy policy voor meer informatie over het gebruik van cookies en hoe u deze kunt deleten en blokkeren.
  • Tijdelijke steunmaatregelen in verband met de Covid-19-pandemie op het gebied van het sociaal recht

Actualisering met ingang van 1 januari 2022

03 januari 2022

De Kamer heeft op 17 december een wetsvoorstel aangenomen over de tijdelijke steunmaatregelen in verband met de COVID-19-pandemie die vanaf 1 januari 2022 van toepassing zullen zijn. De wet zal in de komende dagen worden gepubliceerd.

Deze maatregelen zijn bedoeld om werknemers en werkgevers de nodige steun en flexibiliteit te bieden in de moeilijke context van de coronacrisis.

De maatregelen zijn de volgende:

 

Recht op klein verlet ook voor het begeleiden van een minderjarig kind naar een vaccinatiecentrum

Het recht van werknemers om met behoud van hun loon afwezig te zijn van het werk om zich te laten vaccineren tegen het coronavirus, wordt verlengd tot en met 30 juni 2022, met de mogelijkheid van een verdere verlenging tot en met 31 december 2022.

Bovendien wordt het recht op klein verlet uitgebreid tot werknemers die een minderjarig kind, een volwassen persoon met een handicap of een persoon die onder voogdij staat, begeleiden gedurende de tijd die nodig is voor hun vaccinatie tegen het coronavirus.

De voorwaarden om in aanmerking te komen voor klein verlet voor vaccinatie tegen het coronavirus blijven ongewijzigd.

 

Specifieke maatregelen voor de dienstenchequesector

Werkgevers die werknemers met een arbeidsovereenkomst dienstencheques in dienst hebben, moeten deze werknemers ten minste mondmaskers (wegwerp- of herbruikbaar) en desinfecterende gel verstrekken.

Bovendien heeft de werknemer, indien hij constateert dat hij niet onder veilige hygiënische omstandigheden kan beginnen of doorgaan met werken, onder bepaalde voorwaarden het recht om het werk te onderbreken of de arbeidsplaats te verlaten indien deze situatie aanhoudt.

 

Tijdelijke werkloosheid wegens corona overmacht voor werknemers in gevallen waarin het voor hun kind onmogelijk is naar de crèche, een school of een centrum voor opvang van personen met een handicap te gaan

De coronawerkloosheidsregeling wordt uitgebreid en laat de werknemer onder bepaalde voorwaarden toe van het werk afwezig te zijn in de volgende gevallen:

  • wanneer zijn minderjarig kind de crèche of de school niet kan bezoeken wegens een maatregel om de verspreiding van het COVID-19 coronavirus te beperken;
  • wanneer zijn ten laste zijnd gehandicapt kind niet naar een centrum voor opvang van personen met een handicap kan gaan, of wanneer hij niet langer gebruik kan maken van de door de Gemeenschappen georganiseerde of erkende dienstverlening, als gevolg van een maatregel ter beperking van de verspreiding van het COVID-19 coronavirus.

Gedurende de periode waarin hij van dit recht gebruik maakt, heeft de werknemer geen recht op doorbetaling van het loon, maar wel op tijdelijke werkloosheid wegens overmacht ten gevolge van de COVID-19 epidemie met de door de RVA betaalde dagvergoeding.

Deze maatregel is van toepassing van 1 oktober 2021 tot en met 31 maart 2022 (met de mogelijkheid van verlenging).

 

Verlenging van de vereenvoudigde procedure voor tijdelijke werkloosheid overmacht ten gevolge van corona

De regering en de RSZ hebben medio december 2021 meegedeeld dat de vereenvoudigde procedure voor tijdelijke werkloosheid overmacht wegens corona wordt verlengd tot 31 maart 2022.

 

Contact

BDO kan u helpen in geval van vragen. Aarzel niet om contact op te nemen met onze deskundigen op het gebied van sociaal recht.