Deze website maakt gebruik van cookies. Op deze manier kunnen we u een meer gepersonaliseerde dienstverlening bieden. Door het gebruik van deze website gaat u akkoord met het feit dat wij 'cookies' gebruiken. Lees onze privacy policy voor meer informatie over het gebruik van cookies en hoe u deze kunt deleten en blokkeren.
  • Tijdelijke en definitieve vrijstelling
    voor innovatie-inkomsten bij
    verlieslatende ondernemingen

Tijdelijke en definitieve vrijstelling voor innovatie-inkomsten bij verlieslatende ondernemingen

16 mei 2023

Het stelsel van de innovatieaftrek biedt verlieslatende ondernemingen niet de mogelijkheid om te genieten van de tijdelijke vrijstelling van vennootschapsbelasting voordat zij een octrooi hebben verkregen. Een oplossing voor dit probleem wordt hieronder uiteengezet.

Principe

Een onderneming die in jaar N een intellectueel eigendomsrecht (bijvoorbeeld een octrooi) aanvraagt en in datzelfde jaar netto-inkomsten uit innovatie genereert, kan in aanmerking komen voor een tijdelijke vrijstelling (van vennootschapsbelasting).

Als de onderneming in jaar N+1 het intellectuele eigendomsrecht verkrijgt, wordt de tijdelijke vrijstelling definitief. Deze definitieve vrijstelling resulteert in een verhoging van de beginsituatie van de reserves die de recuperatie van de vrijgestelde reserve compenseert.

 

Wat gebeurt er als de onderneming in jaar N en N+1 verlies lijdt?

In de veronderstelling dat de onderneming in jaar N en N+1 een verlies lijdt en in jaar N+2 winst maakt, kan zij in jaar N of N+1 geen vrijstelling genieten. Zowel de tijdelijke als de definitieve vrijstelling worden overgedragen naar jaar N+2.

In jaar N heeft de onderneming onvoldoende winst, zodat de tijdelijke vrijstelling niet kan worden toegepast. Bijgevolg rijst de vraag of in jaar N al dan niet een belastingvrije reserve moet worden geboekt om aan de onaantastbaarheidsvoorwaarde te voldoen.

 

Oplossing aangereikt door FOD Financiën

De fiscale administratie is van mening dat bij gebrek aan winst in jaar N geen belastingvrije reserve moet worden geboekt in jaar N. Ook bij verlies in jaar N+1 vindt geen definitieve vrijstelling plaats in jaar N+1.

De opvolging van de overdracht van deze tijdelijke en definitieve vrijstellingen voor innovatie-inkomsten moet uitsluitend via ‘Formulier 275 INNO’ gebeuren.

In jaar N+2 kan de overgedragen definitieve vrijstelling in aanmerking worden genomen via een verhoging van de beginsituatie van de reserves.

 

Voorbeeld

Jaar N: Onderneming X maakt een verlies van 100 en heeft al positieve netto innovatie-inkomsten uit een octrooiaanvraag, wat een potentiële tijdelijke vrijstelling van 50 oplevert. Kan vennootschap X dan een vrijgestelde reserve van 50 aanleggen wanneer zij onvoldoende winst heeft?

De administratie antwoordt dat het in dit geval niet nodig is een vrijgestelde reserve aan te leggen. In ieder geval zal deze tijdelijke vrijstelling worden overgedragen (via Formulier 275 INNO) naar het jaar N+1.

Jaar N+1: Onderneming X verkrijgt het octrooi in jaar N+1, maar maakt een nieuw verlies van 150 en genereert ditmaal een potentiële aftrek voor innovatie-inkomsten van 75.

​Met betrekking tot de overdracht van de tijdelijke vrijstelling van jaar N (50) : het intellectuele-eigendomsrecht is verworven en de tijdelijke vrijstelling wordt definitief. Bij gebrek aan winst wordt deze definitieve vrijstelling uitgesteld. Hetzelfde geldt voor de aftrek voor innovatie-inkomsten voor het jaar N+1 (75).

Zowel de overdracht van de definitieve vrijstelling (50) als de aftrek voor innovatie-inkomsten in jaar N+1 (75) gebeurt uitsluitend via Formulier 275 INNO.

Jaar N+2: Onderneming X maakt een winst van 200. De in jaar N+1 definitief geworden en overgedragen tijdelijke vrijstelling wordt gerealiseerd door het begin van de reserves in jaar N+2 met 50 te verhogen.

De voor het jaar N+1 overgedragen innovatieaftrek kan ook worden afgetrokken door deze in de belastingaangifte op te nemen.