Deze website maakt gebruik van cookies. Op deze manier kunnen we u een meer gepersonaliseerde dienstverlening bieden. Door het gebruik van deze website gaat u akkoord met het feit dat wij 'cookies' gebruiken. Lees onze privacy policy voor meer informatie over het gebruik van cookies en hoe u deze kunt deleten en blokkeren.
  • Vlaamse wetgever zet domper op het standpunt van VLABEL met betrekking tot het keuzebeding onder last
Artikels:

Vlaamse wetgever zet domper op het standpunt van VLABEL met betrekking tot het keuzebeding onder last

03 februari 2018

Echtgenoten gehuwd onder een gemeenschapsstelsel, kunnen via een keuze- en/of verblijvingsbeding de huwgemeenschap geheel of gedeeltelijk toebedelen aan de langstlevende onder hen.

Indien de langstlevende echtgenoot meer dan de helft verkrijgt van de huwgemeenschap is erfbelasting verschuldigd op deze overschrijding. De erfbelasting is dus verschuldigd in hoofde van de langstlevende alleen op de volledige belastbare waarde. Om dit te vermijden kon men aan de langstlevende echtgenoot een last opleggen. De last bestaat er meer in het bijzonder in de tegenwaarde van de verkrijging boven de helft te betalen aan de nalatenschap. In de regel wordt bedongen dat de oplegsom maar moet worden betaald bij het overlijden van de langstlevende echtgenoot. Zo kan de langstlevende levenslang beschikken over de goederen zonder de oplegsom bij leven te moeten betalen aan de kinderen.

De langstlevende verkrijgt dan economisch niet meer dan de helft. Dit stemt in waarde dus overeen met zijn of haar aandeel in de gemeenschap.

Bijvoorbeeld: Indien de langstlevende de volledige huwgemeenschap van 100 kiest, dan is de te betalen oplegsom 50. Bij het overlijden van de eerststervende echtgenoot moet de vordering (50 in ons voorbeeld) worden aangegeven als belastbaar actief van de nalatenschap. Meestal erven de kinderen de blote eigendom van deze vordering en de langstlevende echtgenoot het vruchtgebruik. De kinderen en de langstlevende betalen dan erfbelasting op hetgeen ze verkrijgen van die vordering. 

Bij het latere overlijden van de langstlevende echtgenoot is de schuld fiscaal aftrekbaar in de nalatenschap. Dit uiteraard in de mate dat ze nog niet werd terugbetaald. In het gegeven voorbeeld impliceert dit dat het belastbaar actief van 100 mag worden verminderd met een schuld van 50. In de tweede nalatenschap wordt dus 50 belast, en in de eerste nalatenschap ook. Over beide overlijdens heen wordt het vermogen voor 100% belast (50% bij het eerste overlijden en 50 % bij het tweede overlijden). Bij een gewoon verblijvingsbeding (zonder last), in de volksmond beter gekend als ‘langst leeft, al heeft’, wordt over beide overlijdens heen erfbelasting geheven op 150% (50% bij het eerste overlijden en 100 % bij het tweede overlijden).

In haar standpunt nr. 16053 van 13 juni 2016 bevestigde Vlabel de fiscale aftrekbaarheid van de schuld bij het tweede overlijden. Er was wel kritiek op bepaalde aspecten van de concrete berekeningswijze die door Vlabel naar voor werd geschoven.

De Vlaamse regering gooit het nu over een andere boeg. Door het nieuwe artikel 2.7.3.4.1., eerst lid, 1° V.C.F. (zie hoger) zal de schuld bij het tweede overlijden fiscaal niet meer aftrekbaar zijn.

Bijvoorbeeld: Uitgaande van het bovenstaande voorbeeld, zal er bij het eerste overlijden erfbelasting verschuldigd zijn op 50. Bij het overlijden van de langstlevende echtgenoot bedraagt het belastbaar actief 100 aangezien de schuld niet in rekening mag worden gebracht. Over beide overlijdens heen wordt het vermogen bijgevolg voor 150% belast.

Hoewel de last in heel wat huwelijkscontracten facultatief is opgenomen, verdient het aanbeveling om uw huwelijkscontract te laten screenen in het licht van de nieuwe wetgeving