Nieuwe sociale maatregelen in de programmawet

De federale regering keurde op 20 december 2020 de programmawet goed. En tegelijk nieuwe sociale maatregelen op zeven domeinen. De maatregelen zijn van toepassing sinds 1 januari 2021. Een overzicht.

Auteurs: Cyrielle Delvaux, Junior Consultant, Johannes Pannus, Manager BDO Legal

1. Vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing werknemers in opleiding

Werkgevers worden gedeeltelijk vrijgesteld van de doorstorting van bedrijfsvoorheffing verschuldigd op de lonen van werknemers die een opleiding volgden. Onder bepaalde voorwaarden welteverstaan. Zo moet de werknemer een anciënniteit van minstens zes maanden hebben en de opleiding moet minstens tien dagen duren gedurende een periode van 30 kalenderdagen (voor een voltijdse werknemer). Daarnaast moet ook de opleiding aan bepaalde criteria voldoen. Lees ook het artikel ‘Programmawet telt zeven nieuwe fiscale maatregelen’.

2. Financiering sociale zekerheid

De regering nam een aantal maatregelen om het budget voor de verschillende takken van de sociale zekerheid te waarborgen. Zo wordt voorzien in het inhouden van aanvullende bedragen voortvloeiend uit de professionele voorheffingen en de roerende voorheffingen die werden ingehouden.

3. Meer dagen geboorteverlof

Tot eind vorig jaar telde het geboorteverlof, ook vaderschapsverlof genoemd, tien werkdagen. Vanaf 1 januari 2021 hebben werknemers die onder het toepassingsgebied van de wetgeving vallen recht op 15 dagen. Vanaf 1 januari 2023 wordt het vaderschapsverlof opgetrokken tot 20 werkdagen.

Vanaf 1 januari 2021 hebben vaders-werknemers recht op 15 dagen geboorteverlof.

4. Uitkering vaderschaps- en geboorteverlof zelfstandigen verlengd

Net zoals de verlenging van het geboorteverlof voor werknemers wordt ook de financiële tegemoetkoming voor zelfstandigen in het kader van een geboorte uitgebreid. De gedekte onderbreking van maximaal tien werkdagen werd vanaf 1 januari 2021 opgetrokken tot 15 dagen (of 30 halve dagen). Vanaf 1 januari 2023 worden dat 20 werkdagen (of 40 halve dagen).

5. Hogere uitkering overbruggingsrecht mogelijk

De federale regering kan bij Koninklijk Besluit de uitkering verhogen die wordt toegekend in het kader van het overbruggingsrecht voor zelfstandigen die hun deuren moesten sluiten als gevolg van de COVID-19-crisis. Of die hoofdzakelijk afhangen van sectoren die onderworpen zijn aan een verplichte sluiting.

6. Hoger gewaarborgd inkomen rustpensioen

Om gepensioneerden een hoger minimuminkomen te garanderen, voorziet de programmawet vier verhogingen die respectievelijk ingang zullen vinden op 1 januari 2021, 2022, 2023 en 2024. Het minimuminkomen zal geleidelijk aan stijgen met 2,58% in 2021 tot 10,75% in 2024.

7. Uitzonderlijk maatregelen (aanvullende) pensioenen en sociale zekerheid

Met de wet van 7 mei 2020 nam de regering een aantal uitzonderlijke steunmaatregelen in de strijd tegen de gevolgen van de COVID-19-pandemie. In het licht van de huidige gezondheidssituatie werd via de programmawet een aantal maatregelen inzake pensioenen, aanvullende pensioenen en andere aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid, verlengd of bijgestuurd. Zo krijgt werkgever uitstel van betaling voor de bijdragen voor de opbouw van een aanvullend pensioen en collectieve dekking bij overlijden, gezondheidszorg, arbeidsongeschiktheid of invaliditeit. Om maar een voorbeeld te noemen.