Deze website maakt gebruik van cookies. Op deze manier kunnen we u een meer gepersonaliseerde dienstverlening bieden. Door het gebruik van deze website gaat u akkoord met het feit dat wij 'cookies' gebruiken. Lees onze privacy policy voor meer informatie over het gebruik van cookies en hoe u deze kunt deleten en blokkeren.
  • Nederlandse fiscus onderzoekt pensioenen genoten door Belgische inwoners
Artikels:

Nederlandse fiscus onderzoekt pensioenen genoten door Belgische inwoners

30 november 2021

In de afgelopen jaren is de belastingheffing over het in Nederland opgebouwde pensioen voor Nederlandse gepensioneerden die in België wonen regelmatig onderwerp van discussie geweest. De Belastingdienst in Nederland is dit jaar opnieuw een onderzoek gestart. Dit voorjaar heeft de Belastingdienst massaal standaardbrieven verstuurd naar Belgische inwoners met een Nederlands pensioen. Deze brief, die een navorderingsaanslag inkomstenbelasting 2018 aankondigt en waarin om informatie wordt verzocht over de jaren 2016 en 2017, kan tot aanvullende heffing in Nederland leiden. Om dit te voorkomen is een nauwkeurige beantwoording van de vragen geboden. In dit artikel wordt een overzicht van de problematiek gegeven en wordt ingegaan op de actiepunten voor de praktijk.

Belastingheffing op grond van het Belastingverdrag

Overeenkomstig artikel 18 van het Belastingverdrag tussen Nederland en België is de woonstaat in beginsel heffingsbevoegd over pensioenen. Dit betekent dat Nederlandse pensioenen, die worden uitgekeerd aan inwoners van België, in principe belastbaar zijn in België (woonland). In artikel 18 van het Verdrag wordt echter geregeld dat de bronstaat (Nederland) mag heffen als samengevat cumulatief is voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • (i)    In de opbouwfase zijn de pensioenpremies in het verleden bij het bepalen van het in Nederland belastbare inkomen in aftrek gebracht dan wel anderszins in Nederland is de pensioenopbouw fiscaal gefaciliteerd geweest; 
  • (ii)    De pensioenuitkeringen zijn in België niet tegen het progressieve tarief belast of worden voor minder dan 90% in de belastingheffing betrokken;
  • (iii)    De jaarlijkse uitkeringen die voldoen aan (i) en (ii) bedragen meer dan € 25.000 bruto. 

Indien aan minstens één voorwaarde niet is voldaan, zijn de Nederlandse pensioenen belast in België (woonland). Als België heffingsbevoegd is over het pensioen, kan bij de Nederlandse Belastingdienst om een vrijstelling van inhouding van loonheffingen worden verzocht.

In dit kader is van belang te vermelden dat Rechtbank Zeeland West-Brabant (4 maart 2021, ECLI:NL:RBZWB:2021:906) heeft geoordeeld dat voor de bepaling van de voornoemde € 25.000-grens uit het Verdrag de volledige uitkering in ogenschouw genomen moet worden, ook al wordt een deel van deze uitkering progressief belast in België. Tegen deze uitspraak is hoger beroep ingesteld. Op grond van het Verdrag is het, ondanks de uitspraak van de rechtbank, naar onze mening nog steeds zo dat voor de grens van € 25.000 alleen die inkomsten meetellen die niet progressief worden belast in België. 

Fiscaal regime in België van Nederlandse pensioenen

Onder voorwaarden worden de Nederlandse pensioenen fiscaal gunstiger belast in België. In dat geval worden niet de daadwerkelijke ontvangen bruto pensioenuitkeringen belast, maar zijn de pensioenuitkeringen slechts belastbaar als roerend inkomen. Het pensioeninkomen wordt daarbij forfaitair vastgesteld op 3% van het prijsgegeven kapitaal. De uitkomst hiervan is vervolgens tegen een afzonderlijk tarief van 30% belast. Het pensioen wordt dan belast als een lijfrente en dat houdt in dat België slechts beperkt belasting heft. 

Door uitspraken van Belgische rechters is onduidelijkheid ontstaan of in bepaalde gevallen het pensioen wel of niet tegen het in België progressief geldende belastingtarief wordt belast. Dit kan gevolgen hebben voor de heffingsbevoegdheid op grond van het Verdrag.

Overeenkomst van 5 maart 2018

In december 2017 is de Nederlandse Belastingdienst een onderzoek gestart naar aanleiding van de Belgische jurisprudentie inzake de belastingheffing over Nederlandse pensioenen. Op grote schaal werden door in België wonende gepensioneerden met een Nederlands pensioen brieven ontvangen waarin werd vermeld dat de vrijstelling van loonheffingen werd ingetrokken ‘omdat het ontvangen pensioen meer dan € 25.000 bruto op jaarbasis bedroeg’.

De Nederlandse en Belgische autoriteiten hebben in dit kader op 5 maart 2018 een overeenkomst gesloten. Hierin is afgesproken om informatie uit te wisselen tussen België en Nederland met betrekking tot de belastingheffing van gepensioneerden met Nederlands pensioen. Met name de uit België ontvangen informatie is voor de Nederlandse Belastingdienst dit voorjaar aanleiding geweest om brieven te sturen naar Belgische inwoners met een Nederlands pensioen. Zoals hiervoor aangegeven, geeft de Belastingdienst hierin aan voornemens te zijn een navorderingsaanslag over 2018 op te leggen en kondigt tevens een onderzoek aan voor de jaren 2016 en 2017. De brieven roepen de nodige vragen op. Er zijn gevallen bekend waaruit gebleken is dat de brieven op onjuiste informatie is gebaseerd. De brief is zelfs naar gepensioneerden gestuurd die over hun volledige pensioen in België progressieve heffing hebben voldaan.

In de brieven wordt expliciet genoemd dat de beoordeling is gedaan op basis vanuit België ontvangen informatie. Het is de vraag of de Nederlandse Belastingdienst onjuiste informatie heeft verkregen van de Belgische Belastingdienst of dat de brieven de start zijn geweest van een nieuwe massale onderzoeksactie van de Nederlandse Belastingdienst. Over deze aanpak zijn inmiddels ook Kamervragen gesteld. Bij de beantwoording is door de staatssecretaris van Financiën aangegeven dat op basis van ontvangen informatie van de Belgische Belastingdienst, een selectie is gemaakt en enkel deze belastingplichtigen zouden aangeschreven zijn.

Belang voor de praktijk

De Nederlandse fiscus is thans weer strenger aan het controleren op de belastingheffing van Nederlandse pensioenen van Belgische inwoners. Het is daardoor mogelijk dat u (ook) voor de jaren 2016 tot en met 2018 vragenbrieven van de Nederlandse Belastingdienst ontvangt. Dit kan een aanvullende heffing in Nederland tot gevolg hebben. In de praktijk is inmiddels gebleken dat Nederland niet altijd de juiste informatie uit België heeft verkregen. Het is van belang om de feiten in een concrete situatie goed te beoordelen. Een mogelijke navordering kan worden voorkomen omdat de juiste informatie niet altijd bij de Belastingdienst aanwezig is. Hierbij is een nauwkeurige beantwoording van de vragenbrieven geboden. Ondertussen hebben wij meerdere vragenbrieven met succes beantwoord. Van de Belastingdienst hebben wij in die gevallen een bevestigingsbrief ontvangen met de mededing dat wordt afgezien van navordering.