Deze website maakt gebruik van cookies. Op deze manier kunnen we u een meer gepersonaliseerde dienstverlening bieden. Door het gebruik van deze website gaat u akkoord met het feit dat wij 'cookies' gebruiken. Lees onze privacy policy voor meer informatie over het gebruik van cookies en hoe u deze kunt deleten en blokkeren.
  • Ondernemingsfiscaliteit: Nieuwe btw-regels inzake e-commerce
Artikels:

Ondernemingsfiscaliteit: Nieuwe btw-regels inzake e-commerce

30 november 2021

Op 1 juli 2021 werd de One Stop Shop (OSS)-regeling ingevoerd met als doel de btw-regels voor grensoverschrijdende e-commerce activiteiten in een B2C-context te vereenvoudigen en te harmoniseren. Zo dient een e-commercebedrijf zich niet langer te registreren voor btw-doeleinden in iedere lidstaat waarnaar het verkoopt bij het overschrijden van een bepaalde omzetdrempel, maar is één OSS-registratie in één lidstaat voldoende.

Regeling tot 1 juli 2021

Tot 1 juli 2021 dienden e-commercebedrijven die grensoverschrijdend aan particulieren verkochten (zogenaamde “afstandsverkopen”), zich te registreren in de lidstaat van aankomst van de goederen bij het overschrijden van een bepaalde omzetdrempel (35.000 euro voor België – 100.000 euro voor Nederland). Ook diende het vervoer door of voor rekening van de leverancier te gebeuren (ook wel de vervoerseis genoemd). Wanneer bijvoorbeeld een Belgisch e-commercebedrijf voor meer dan 100.000 euro verkocht aan Nederlandse particulieren, diende dit Belgisch bedrijf zich voor btw-doeleinden te registeren in Nederland, Nederlandse btw aan te rekenen aan de Nederlandse klanten en deze btw vervolgens af te dragen via de periodieke btw-aangiften in Nederland. Wanneer datzelfde e-commercebedrijf ook verkocht aan Franse, Duitse, Spaanse,… particulieren en de omzetdrempels in deze landen ook werden overschreden, diende dit bedrijf zich ook in deze landen voor btw-doeleinden te registreren en periodieke btw-aangiften in te dienen. Een groot e-commercebedrijf kon zo tot 27 verschillende btw-registraties hebben, wat uiteraard tot heel wat administratieve rompslomp kon leiden. Bovendien was dit voor bepaalde bedrijven een belemmering om grensoverschrijdend te verkopen via internet.

Regeling sinds 1 juli 2021

Sinds 1 juli 2021 zijn de drempelbedragen voor de afstandsverkopen komen te vervallen en is de vervoerseis versoepeld. Een afstandsverkoop is belast in de lidstaat van de consument als het vervoer plaatsvindt door of voor rekening van de ondernemer die de levering verricht óf door diens indirecte tussenkomst.

Met de One Stop Shop-regeling wenst de Europese Commissie een einde te maken aan de administratieve rompslomp en belemmeringen van de oude regeling voor o.a. afstandsverkopen. Concreet werden er drie nieuwe regelingen ingevoerd:

  • De Unieregeling; deze regeling kan worden toegepast door:
    • (1) in de EU gevestigde ondernemers die intracommunautaire afstandsverkopen en B2C-diensten verrichten aan EU-particulieren in een andere lidstaat dan de lidstaat van vestiging van de prestatieverrichter; en 
    • (2) door niet in de EU gevestigde ondernemers die intracommunautaire afstandsverkopen verrichten.
  • De Niet-Unieregeling: deze regeling kan worden toegepast door niet in de EU gevestigde btw-plichtigen die B2C-diensten verlenen aan EU particulieren waarvoor zij btw moeten aanrekenen in de EU;
  • De Invoerregeling: deze regeling kan worden toegepast voor afstandsverkopen met betrekking tot uit een derdelandsgebied of uit een derde land ingevoerde goederen (ook wel non-EU-afstandsverkopen) met een waarde van maximaal 150 euro. Deze regeling kan worden toegepast door zowel in de EU gevestigde als niet in de EU gevestigde btw-plichtigen.

Regeling voor elektronische interfaces

Verder hebben platforms (elektronische interfaces) een belangrijke rol bij de e-commerceregels. Platforms brengen namelijk verkopers en kopers in contact via hun ‘platform’. De e-commerceregels bepalen per 1 juli 2021 dat dergelijke platforms in sommige situaties geacht worden de goederen te leveren aan de consument in plaats van de leverancier. Voor de btw-heffing zijn er dan twee fictieve leveringen, namelijk een levering door de leverancier aan het platform en van het platform aan de consument.

Hierna wordt dieper ingegaan op de Unieregeling met betrekking tot de intracommunautaire afstandsverkopen. Er zal niet worden ingegaan op de Niet-Unieregeling, de Invoerregeling en de regeling voor elektronische interfaces. 

Unieregeling

De Unieregeling is onder andere van toepassing op de intracommunautaire afstandsverkopen van goederen aan particulieren. Intracommunautaire afstandsverkopen zijn verkopen aan buitenlandse particulieren binnen de EU. De fundamentele voorwaarde hier is dat de goederen worden verzonden of vervoerd door of voor rekening van de verkoper of door diens indirecte tussenkomst naar een andere EU-lidstaat.

In principe worden deze intracommunautaire afstandsverkopen van goederen aan buitenlandse particulieren binnen de EU belast in de lidstaat waar het vervoer van de goederen aankomt.

Er is echter een afwijking voorzien voor zogenaamde micro-ondernemingen die slechts beperkte intracommunautaire afstandsverkopen verrichten en gevestigd zijn in één lidstaat. Wanneer de verkopen aan buitenlandse particulieren binnen de EU minder bedragen dan 10.000 euro in het lopende en voorgaande kalenderjaar (eveneens rekening houdend met eventuele telecommunicatiediensten, radio- en televisieomroepdiensten of elektronische diensten die worden verricht), dan worden deze verkopen belast in de lidstaat waar het vervoer van de goederen vertrekt (tenzij het bedrijf ervoor opteert om de Unieregeling toe te passen vanaf de eerste euro). Belangrijk om hierbij op te merken is dat dit een communautaire drempel is die van toepassing is over alle verkopen in de EU en dus niet per lidstaat (zoals vroeger wel het geval was). Wanneer bijvoorbeeld een Belgisch e-commercebedrijf voor minder dan 10.000 euro verkoopt aan EU-particulieren, kan de toepassing van de OSS-regeling vermeden worden, kan er Belgische btw worden aangerekend en kunnen deze verkopen in de Belgische btw-aangifte worden opgenomen als lokale levering (zoals de verkopen aan Belgische particulieren). 

Wanneer dat e-commercebedrijf voor meer dan 10.000 euro verkoopt aan buitenlandse particulieren binnen de EU, bestaat er een verplichting om buitenlandse btw aan te rekenen en af te dragen. Dankzij de Unieregeling dient het e-commercebedrijf zich hiervoor niet langer in de verschillende EU-lidstaten te registreren, maar is het mogelijk om tot één enkele OSS-registratie over te gaan in de lidstaat van vestiging of, in geval van een non-EU leverancier, in de lidstaat waar het vervoer of de verzending van de goederen begint. Zo dient een Belgisch e-commercebedrijf dat verkoopt aan Nederlandse, Duitse, Franse, …. particulieren zich niet langer voor btw-doeleinden te registreren in deze landen, maar kan het overgaan tot een OSS-registratie in België. Uiteraard dient er nog steeds btw van het land van aankomst aangerekend te worden. Het grote verschil is dat deze btw gerapporteerd dient te worden in de Belgische OSS-aangifte in plaats van in de lokale btw-aangiften. Bovendien dient er slechts één keer btw betaald te worden. De Belgische belastingdienst stort de btw namelijk door naar de betrokken buitenlandse belastingdienst(en). Aftrek van voorbelasting is niet mogelijk via de OSS-aangifte, maar dient te gebeuren in de binnenlandse btw-aangifte (indien aanwezig) of via een teruggaafverzoek van buitenlandse btw.

De toepassing van de OSS-regeling is geen verplichting maar een optie. Bedrijven kunnen nog steeds overgaan tot lokale btw-registraties indien dit in bepaalde gevallen voordeliger of verplicht is. Een lokale btw-registratie in een andere EU-lidstaat zal bijvoorbeeld nog steeds vereist zijn indien het bedrijf een voorraad heeft in die EU-lidstaat van waaruit goederen worden verzonden.

Praktisch – België

Belgische bedrijven kunnen zich voor de OSS-regeling registreren via Intervat. De OSS-registratie dient gedaan te worden uiterlijk de 10de dag van de maand. Wanneer de OSS-registratie wordt gedaan na de 10de dag van de maand, is de startdatum de eerste dag van de volgende maand. De OSS-registratie wordt door de Belgische belastingdienst op korte termijn behandeld (uit ervaring, binnen de 5 werkdagen). De beslissing wordt per e-mail meegedeeld.

OSS-aangiften dienen online (per xml of manueel) ingediend te worden via Intervat, de volgende gegevens dienen in de OSS-aangifte te worden opgenomen:

  • Onderscheid per land en onderscheid goederen en diensten;
  • Per land en per type, de maatstaf van heffing, het btw-bedrag en het btw-tarief.

Belangrijk om op te merken is dat er geen facturatieverplichting is voor afstandsverkopen aan buitenlandse particulieren binnen de EU indien de Unieregeling wordt toegepast. Wel dient er btw van de lidstaat van aankomst van de goederen te worden aangerekend en afgedragen. Er dient een boekhouding bijgehouden te worden in de vorm van een register dat minstens de gegevens bevat zoals opgesomd in Circulaire 2021/C/72, punt 8.2.1.1. Dit register moet langs elektronische weg beschikbaar worden gesteld op ieder verzoek van de betrokken Administratie en moet worden bewaard gedurende 10 jaar na afloop van het jaar waarin de handeling heeft plaatsgevonden.

Praktisch – Nederland

In Nederland kunnen ondernemers zich voor de OSS-regeling registreren via Mijn Belastingdienst Zakelijk. 

  • Non-EU ondernemers, die Nederland kiezen als hun lidstaat van identificatie voor toepassing van de Unieregeling, moeten eerst een normaal Nederlands btw-identificatienummer aanvragen. Daarbij ontvangen zij een gebruikersnaam en wachtwoord en met die gegevens kan men zich registreren via het portaal
  • Andere ondernemers kunnen inloggen via Mijn Belastingdienst Zakelijk via hun Nederlandse DigiD, via een Europees erkend inlogmiddel of via eHerkenning. 

Vervolgens dient in beide gevallen online de OSS-registratie te worden doorlopen. 
De Unieregeling gaat in vanaf de eerste dag van het kwartaal dat volgt op de registratie. Een uitzondering is gemaakt voor ondernemers die al belastbare handelingen verrichten. Als de registratie uiterlijk de tiende van de maand die volgt op de maand van de belastbare handeling binnen is bij de Belastingdienst, dan kan vanaf de datum van de eerste belastbare handeling gebruik worden gemaakt van de Unieregeling.

De OSS-registratie wordt door de Nederlandse belastingdienst als volgt behandeld. De Belastingdienst gaat het aanmeldingsverzoek voor de OSS-regeling beoordelen en zal per brief de registratie voor de OSS-regeling bevestigen of afwijzen. Als de registratie wordt bevestigd, kan met het Nederlandse btw-identificatienummer OSS-meldingen worden gedaan. In de brief van de Belastingdienst wordt het Nederlandse btw-identificatienummer het ‘deelnamenummer’ genoemd.  

De OSS-aangiften dienen online via Mijn Belastingdienst Zakelijk of via het portaal ingediend te worden. Ook als er in een kwartaal geen afstandsverkopen hebben plaatsgevonden, dient een OSS-aangifte te worden ingediend.

Ook in Nederland geldt geen facturatieverplichting voor intracommunautaire afstandsverkopen indien de Unieregeling wordt toegepast en een administratie moet worden bijgehouden waarin alle gegevens worden bewaard voor 10 jaar die met de Unieregeling te maken hebben. Wordt de Unieregeling niet toegepast dan dient wel een factuur te worden uitgereikt voor de afstandsverkopen.