Jaarlijks presenteert de Nederlandse regering op Prinsjesdag haar nieuwe fiscale plannen. Na de verkiezingen voor de Tweede Kamer op 17 maart 2021 is er tot op heden nog geen nieuw kabinet gevormd, waardoor het Belastingplan 2022 is opgesteld door het “oude”, demissionaire kabinet. Het Belastingplan draagt duidelijke de sporen van deze demissionaire status. Grote fiscale onderwerpen zijn vooralsnog gemeden. Deze zullen door een nieuw kabinet moeten worden ingevuld. Desalniettemin bevat het Belastingplan maatregelen die van belang kunnen zijn voor ondernemers en particulieren.
Eén van de thema’s waaraan het demissionaire kabinet wel heeft gedacht is het stimuleren van innovatief en duurzaam ondernemerschap. Hieronder gaan we nader in op deze maatregelen. Daarnaast bespreken we ook enkele andere algemene opvallende maatregelen.
Aanpassing percentages Milieu-investeringsaftrek
Een ondernemer in de inkomstenbelasting of een lichaam dat is onderworpen aan de vennootschapsbelasting kan onder voorwaarden in aanmerking komen voor de milieu-investeringsaftrek (MIA). Hiervoor is vereist dat geïnvesteerd wordt in niet eerder gebruikte bedrijfsmiddelen die zijn aangewezen als milieu-investeringen. De MIA is gelijk aan een vast percentage van het bedrag aan milieu-investeringen van een bepaalde categorie. Aan iedere categorie is een bepaald percentage gekoppeld. Er is voorgesteld om deze percentages per 1 januari 2022 als volgt te verhogen:
- Categorie 1: van 36% naar 45%
- Categorie 2: van 27% naar 36%
- Categorie 3: van 13,5% naar 27%
Vereenvoudigen en verduidelijken systematiek S&O-afdrachtvermindering
Door middel van de WBSO (Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk) stimuleert de overheid ondernemers om te innoveren. Alle Nederlandse ondernemingen die ontwikkelings- en/of onderzoeksprojecten uitvoeren, mogen deze subsidie aanvragen. Het betreft een fiscale stimuleringsmaatregel waardoor ondernemers minder loonbelasting betalen. In het Belastingpakket 2022 zijn verschillende wijzigingen in de wetgeving rond de WBSO opgenomen die onder andere de aanvraagsystematiek dienen te vereenvoudigen.
Wetsvoorstel Aanpassing fiscale regeling aandelenoptierechten
In het bijzonder in de sector van start-ups en scale-ups zijn aandelenoptierechten een instrument om personeel aan te trekken en te behouden. Om het gebruik van aandelenoptierechten als loon voor bedrijven (fiscaal) aantrekkelijker te maken wordt met dit wetsvoorstel het moment van belastingheffing verschoven van het moment dat de aandelenoptie wordt uitgeoefend naar het moment waarop de bij uitoefening van het aandelenoptierecht verkregen aandelen verhandelbaar zijn. Op deze manier dient voorkomen te worden dat de optiehouder op het moment van heffing over onvoldoende liquide middelen beschikt (of kan beschikken) om de belastingclaim te voldoen.
Na kritiek van de Tweede Kamer op het wetsvoorstel gaat waarschijnlijk onderzocht worden of het mogelijk is het wetsvoorstel zo aan te passen, dat het daadwerkelijk alleen op kleinere startende bedrijven van toepassing is, en niet ook op “grote” bedrijven. Ingang van de (aangepaste) wet op 1 januari 2022 is hierdoor in ieder geval niet meer haalbaar.
Diverse tariefmatige wijzigingen
In Nederland zijn de verschillende belastingtarieven al lang niet meer in beton gegoten. Deze wijzigingen kunnen impact hebben op zowel particulieren als ondernemers.
De tarieven in de inkomstenbelasting over het box 1 inkomen (loon uit dienstbetrekking, winst uit onderneming, resultaat uit overige werkzaamheden) zullen in 2022 ten opzichte van 2021 niet veel gewijzigd worden. Voor de aftrekposten in box 1 van de inkomstenbelasting geldt al langer dat deze niet meer kunnen worden afgetrokken tegen de hoogste tariefschijf (49,50%). In 2022 wordt het tarief waartegen deze posten in aftrek mogen worden gebracht verder afgebouwd naar een percentage van 40%. Het gaat hierbij om de aftrekbare kosten met betrekking tot de eigen woning, verschillende extra aftrekposten voor ondernemers en persoonsgebonden aftrekposten zoals partneralimentatie of zorgkosten.
Inkomen uit de eigen B.V. (dividenduitkeringen of vervreemdingsopbrengsten) wordt in privé belast in box 2 van de inkomstenbelasting. Het belastingtarief van 26,90% in box 2 blijft in 2022 ongewijzigd.
De vennootschapsbelastingtarieven die o.a. gelden voor B.V.’s en N.V.’s worden in 2022 als volgt.
| Bij een belastbaar bedrag of een belastbaar Nederlands bedrag van meer dan |
maar niet meer dan |
bedraagt het vennootschapsbelasting-percentage:
|
| - |
€ 395.000 |
15% |
| € 395.000 |
|
25,8% |
Ten opzichte van 2021 betekent dit dat de eerste tariefschijf “verlengd” wordt van € 245.000 naar € 395.000 en dat het hoge VPB-tarief (in 2022 bij winsten boven de € 395.000) verhoogd wordt van 25% naar 25,8%.
Aanpassing van de verliesverrekeningsregels in de vennootschapsbelasting
In de vennootschapsbelasting is een verlies over een bepaald jaar volgens de nu geldende regels te verrekenen met de winst van het vorige jaar (achterwaartse verliesverrekening) en de zes volgende jaren (voorwaartse verliesverrekening). Per 1 januari 2022 verandert dit. De termijn voor de voorwaartse verliesverrekening van zes jaren vervalt. Hierdoor worden verliezen onbeperkt in tijd voorwaarts verrekenbaar. Als de winst echter meer dan € 1 miljoen bedraagt, kan het gedeelte boven de € 1 miljoen slechts voor de helft worden gebruikt voor de verrekening met een verlies uit een ander jaar. Deze “temporiseringsmaatregel” geldt niet voor zover de winst over een jaar € 1 miljoen of minder is. De termijn voor achterwaartse verliesverrekening blijft één jaar.
Door deze aanpassing kunnen verliezen geleden vanaf 1 januari 2013 niet meer verloren gaan door het verstrijken van de voorwaartse verliesverrekeningstermijn. Overigens is deze wijziging inmiddels wet en daarom niet opgenomen in het Belastingplan 2022.
Wat nog meer te verwachten?
Er zijn een aantal grote zaken die een keer goed door de wetgever onderhanden moeten worden genomen. Belangrijke fiscale onderwerpen die het nieuwe kabinet dient op te pakken zijn onder andere:
De nieuwe invulling van de box 3 heffing in de inkomstenbelasting. Dit betreft de belastingheffing over het privé vermogen van particulieren. Herziening van het regime voor de fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting. Op dit moment is onder voorwaarden nog fiscale consolidatie mogelijk is. Het fiscale eenheidsregime staat als gevolg van Europese rechtsspraak echter al enige tijd onder druk.
De Nederlandse fiscaliteit blijft in beweging. Er is weliswaar geen sprake van grote herzieningen, maar de verschillende nieuwe fiscale regels zorgen er wel voor dat belastingplichtigen telkens weer te maken krijgen met relevante wijzigingen van hun fiscale positie.
Volledigheidshalve merken we op dat ten tijde van het schrijven van deze bijdrage het Belastingplan 2022 en de flankerende wetgeving nog wel door de Tweede en Eerste Kamer moeten worden geleid.