WETBOEK ECONOMISCH RECHT (BOEK X): WET OP DE PRECONTRACTUELE INFORMATIE BIJGESPIJKERD
14 december 2022
In het Belgisch Staatsblad van 24 april 2014 verscheen de toevoeging van een tiende boek aan het Wetboek Economisch Recht, houdende de bepalingen betreffende “Handelsagentuurovereenkomsten, commerciële samenwerkingsovereenkomsten en verkoopconcessies”. Er zijn ook enkele inhoudelijke wijzigingen gekomen aan de wet op de precontractuele informatie. Deze laatste wet trad op 1 februari 2006 in werking om de commerciële relatie te regelen tussen franchisegever en franchisenemer. De voornaamste bedoeling was de precontractuele fase van de commerciële partnerschapsakkoorden te regelen door een uitgebreide informatieplicht te leggen bij de franchisegever en een “bezinningstermijn” voor partijen te voorzien tussen het ogenblik van informatieverstrekking en de effectieve contractsluiting.
De krachtlijnen van de wetswijzigingen zijn de volgende.
Toepassingsgebied
- Een formeel aspect: invoeging van drie bestaande wetten in het Wetboek van Economisch Recht: de wet op de handelsagentuur (W. 13.04.1995), de wet betreffende eenzijdige beëindiging van voor onbepaalde tijd verleende concessies van alleenverkoop (W. 27.07.1961) de wet op de precontractuele informatie (W. 19.12.2005), om aan deze laatste een eerste bijsturing te geven;
- Uitbreiding toepassingsgebied van de wet op de precontractuele informatie door schrapping van de voorwaarde dat de beschermde partij (franchisenemer) moest handelen “in eigen naam en voor eigen rekening”:
- Nu is de wet ook van toepassing op handelsagenten, commissionairs, makelaars en mandatarissen die handelen in eigen naam, doch voor rekening van een opdrachtgever. De discussie over het tijdstip waarop de beschermde partij voorheen moest handelen in eigen naam en voor eigen rekening (in de precontractuele fase of na de contractsluiting) werd hiermee opgelost;
- Er geldt ook niet langer een vereiste van (rechtstreekse of onrechtstreekse) vergoeding;
- Ook overeenkomsten met meer dan twee partijen vallen onder het toepassingsgebied van de wet.
Inhoudelijke wijzigingen aan de wet op de precontractuele informatie
- De wet laat nu ook ruimte om binnen een vertrouwelijkheidsakkoord af te wijken van het absolute verbod om een verbintenis aan te gaan of een vergoeding, bedrag of waarborg te vragen of betalen vóór het verstrijken van de “bezinningstermijn” van één maand die normaal geldt tussen het ogenblik van de informatieverstrekking en de effectieve contractsluiting;
- De wet verduidelijkt de spelregels bij wijziging van informatie en contractvoorstel tijdens deze bezinningstermijn: er begint telkens een nieuwe termijn van één maand te lopen vanaf het ogenblik van verstrekking van gewijzigde informatie, tenzij de wijziging schriftelijk wordt aangevraagd door de beschermde partij;
- Voortaan geldt een vereenvoudigde procedure voor de vernieuwing of verlenging van lopende samenwerkingsovereenkomsten;
- De beschermde partij kan naast de nietigheidssanctie een rechterlijke toetsing vragen op het gebied van dwaling en precontractuele aansprakelijkheid bij het aanleveren van onvolledige of onjuiste informatie. Dit kan gedurende de eerste twee jaren na het sluiten van de overeenkomst.
De nieuwe regelgeving treedt in werking op 31 mei 2014 en is van toepassing op de vanaf dat ogenblik nieuw afgesloten of hernieuwde overeenkomsten.
Contact
Voor meer inlichtingen of assistentie in dit verband kunt u steeds terecht bij uw BDO dossierverantwoordelijke of een e-mail verzenden naar Legal@bdo.be.