Deze website maakt gebruik van cookies. Op deze manier kunnen we u een meer gepersonaliseerde dienstverlening bieden. Door het gebruik van deze website gaat u akkoord met het feit dat wij 'cookies' gebruiken. Lees onze privacy policy voor meer informatie over het gebruik van cookies en hoe u deze kunt deleten en blokkeren.
  • Nieuwigheden op vlak van btw die ingaan op 1 juli 2016

Nieuwigheden op vlak van btw die ingaan op 1 juli 2016

Erwin Boumans, Partner |

01 juli 2016

Op 1 juli 2016 verandert er weer heel wat voor de btw. Online kansspelen worden onderworpen aan de btw. De deeleconomie wordt gereguleerd. En het btw-statuut van de kostendelende verenigingen ondergaat ook enkele wijzigingen. Een bondig overzicht.

Online kansspelen onderworpen aan btw

Vanaf 1 juli 2016 zijn online kansspelen onderworpen aan de btw. Maar de ‘belasting op de spelen en weddenschappen’ blijft gewoon van kracht. De btw-vrijstelling van artikel 44, §3, 13° wordt daarom aangepast.

De programmawet van 1 juli 2016 voert ook een definitie in voor “kans- en geldspelen” (nieuw artikel 1, §14 WBTW). Deze definitie is op zich niet nieuw maar kon reeds worden teruggevonden in KB nr. 45, dat nu wordt opgeheven.

De enige soort kans- en geldspelen waarvoor de btw-vrijstelling van kracht blijft, zijn de kans- en geldspelen die niet via elektronische weg verstrekt worden (bv. een gokmachine in een casino) alsook de loterijen.

Voor buitenlandse aanbieders van dergelijke spelen dringt zich dus mogelijk een Belgische btw-registratie op, aangezien via elektronische weg verrichte diensten belastbaar zijn daar waar de eindafnemer (particulier) gevestigd is. Als alternatief kunnen zij een MOSS-aangifte indienen in een andere EU Lidstaat waar zij reeds voor de btw geregistreerd zijn.

De invoering van een hoofdelijke aansprakelijkheid zorgt ervoor dat de particuliere klant gevraagd kan worden om de btw te voldoen indien de buitenlandse leverancier van elektronische kansspelen het nagelaten heeft de Belgische btw te voldoen.

Btw in de deeleconomie

De deeleconomie is de laatste jaren sterk gegroeid en een wettelijke regeling hieromtrent kon dan ook niet uitblijven.

In de deeleconomie “consumeren, produceren en verhandelen mensen onderling producten, diensten, kennis en geld, gefaciliteerd door peer-to-peer marktplaatsen, business-to-business marktplaatsen en coöperatieven”. Denk hierbij aan de lokale tuinman die een bijverdienste zoekt en tegen een kleine vergoeding diensten levert aan particulieren, of het verstellen van kledij, het ontlenen van auto’s, fietsen, of kinderartikelen tegen vergoeding, … buiten de beroepssfeer om.

Natuurlijke personen die actief zijn binnen de deeleconomie moeten in principe niet worden geïdentificeerd voor btw-doeleinden. Onder voorbehoud dat zij uitsluitend diensten verrichten binnen de deeleconomie die plaatsvinden in België, aan natuurlijke personen die ze bestemmen voor hun privégebruik.

Er zijn ook nog andere voorwaarden. Zo mogen de diensten uitsluitend worden verricht mits de tussenkomst van een erkend platform of een overheidsplatform, de vergoedingen mogen enkel door of door tussenkomst van het platform worden uitbetaald en de gerealiseerde omzet mag per kalenderjaar niet meer bedragen dan 5.000 EUR.

Wie niet voldoet aan deze voorwaarden wordt verplicht een btw-identificatienummer aan te vragen en zich aan te sluiten bij een sociaal verzekeringsfonds voor zelfstandigen. Zolang de jaarlijkse omzet onder 25.000 EUR blijft, kan de btw-plichtige wel aanspraak maken op de btw-vrijstelling voor kleine ondernemingen.

Publicititeit op een voertuig

Het aanbrengen van publiciteit op een voertuig is voortaan voor 100% aftrekbaar voor de btw (reeds ingegaan op 15 juni 2016).

De btw-administratie heeft via haar beslissing nr. ET 129.852 dd. 15/06/2016 haar standpunt inzake btw-aftrekbaarheid voor het aanbrengen van publiciteit op een wagen herzien.

Tot voor kort was het aanbrengen van publiciteit (verf van een bepaalde kleur, de benaming of de bedrijfsnaam van een onderneming of van reclameteksten,…) op een wagen onderworpen aan de btw-aftrekbeperking voorzien in artikel 45, §2 WBTW, en dus slechts voor maximum 50% aftrekbaar. Ingevolge deze nieuwe beslissing wordt het aanbrengen van publiciteit niet langer aangemerkt als een dienst met betrekking tot een dergelijk voertuig maar als een dienst inzake publiciteit, en is althans voor 100% aftrekbaar.

Er wordt nog gespecifieerd dat het aanbrengen van publiciteit op een wagen, geen invloed heeft op de btw-aftrekbeperking voor de overige kosten m.b.t. die wagen.

Btw-statuut van kostendelende verenigingen

Volgend op een ‘vraag om informatie’ die België kreeg toegestuurd van de Europese Commissie over de Belgische btw-regeling voor kostendelende verenigingen, werden er enkele wetswijzigingen doorgevoerd die van kracht gaan op 1 juli 2016 (nieuwe paragraaf 2bis van artikel 44 WBTW, en schrapping punt 1°bis van artikel 44, §1). Dit met als doel de Belgische wetgeving in lijn te brengen met de Europese Richtlijnen.

Een kostendelende vereniging kan opgericht worden door natuurlijke personen en rechtspersonen, en dit als afzonderlijke rechtspersoon of als feitelijke vereniging zonder rechtspersoonlijkheid. Ze heeft tot doel gezamenlijke functies te groeperen om zo de kosten voor de leden te drukken (bv. ziekenhuizen die samen een schoonmaakcontract sluiten, gelet op hun specifieke noden). De vergoedingen die deze verenigingen doorrekenen aan hun leden zijn vrij van btw, voor de leden is er dus een btw-kost die uitgespaard wordt.

De voorwaarden voor het oprichten van dergelijke vereniging, en om de goederen vrij te stellen van btw, worden nu deels gewijzigd. Zo is het niet langer vereist dat de leden tot dezelfde financiële, economische, professionele of sociale groep behoren, het volstaat dat ze overwegend artikel 44 vrijgestelde activiteiten uitoefenen (hoeft niet uitsluitend).

De diensten geleverd door de vereniging moeten specifiek verbonden zijn met de vrijgestelde of niet-belastingplichtige activiteiten van haar leden, en moeten een onontbeerlijke input vormen voor het verstrekken van die activiteiten.

De diensten van een kostendelende vereniging hoeven niet langer beperkt te blijven tot de leden. De groepering kan voortaan ook diensten verrichten ten aanzien van derden. Deze diensten zullen dan wel volgens de normale regels aan de btw onderworpen zijn. Om concurrentieverstoring te vermijden, moeten de diensten wel overwegend aan de leden worden verstrekt.

Een laatste voorwaarde opdat de vergoedingen vrij van btw zouden zijn, is dat deze vergoedingen enkel de terugbetaling vertegenwoordigen van de gezamenlijk door de vereniging gemaakte kosten. De doorrekening moet m.a.w. tegen kostprijs gebeuren, ook ten aanzien van derden.

Tot slot wordt het vereist dat wie een kostendelende vereniging wenst op te starten hiervan aangifte moet doen bij het lokaal btw-controlekantoor. Ook elke wijziging in de samenstelling van de leden, of de stopzetting moet worden gemeld. Verdere praktische formaliteiten zullen bij KB worden geregeld.

Contact

Voor vragen over dit onderwerp kunt u steeds terecht bij uw gebruikelijk BDO-aanspreekpunt of door een e-mail te verzenden naar btw-tva@bdo.be ter attentie van een van de leden van het Competence Centre VAT:

  • Erwin Boumans, 02/778.01.00 
  • Brigitte Braeckmans, 03/230.58.40 
  • Pascal Dauw, 09/210.54.10 
  • Kaatje Bondewel, 02/778.01.00