Deze website maakt gebruik van cookies. Op deze manier kunnen we u een meer gepersonaliseerde dienstverlening bieden. Door het gebruik van deze website gaat u akkoord met het feit dat wij 'cookies' gebruiken. Lees onze privacy policy voor meer informatie over het gebruik van cookies en hoe u deze kunt deleten en blokkeren.
  • Cash for car: de regeling krijgt vorm

Cash for car: de regeling krijgt vorm

27 maart 2018

De initiatieven van de regering die het voor de werknemer mogelijk moeten maken om de bedrijfswagen vrijwillig in te leveren in ruil voor een mobiliteitsbudget- of vergoeding krijgen stilaan een definitieve vorm. Het kernkabinet bereikte onlangs een akkoord over de principes voor het mobiliteitsbudget. Voor de regeling van de mobiliteitsvergoeding is de wettekst intussen op 15 maart 2018 aangenomen door de Kamer.

Wat dit concreet inhoudt en onder welke voorwaarden deze nieuwe regelingen van toepassing zijn, leest u hierna.

De mobiliteitsvergoeding

Wat is een mobiliteitsvergoeding?

Het principe bestaat erin dat de werknemer zijn bedrijfswagen inruilt tegen een vergoeding in cash: de “mobiliteitsvergoeding”. De regeling heet informeel ook wel “cash for car”.

De werkgever komt dan niet meer tussen in de woon-werkverplaatsing van de werknemer. De werknemer moet wel zelf voorzien in zowel zijn woon-werk- als eigenlijke privé-verplaatsingen.

 

Onder welke voorwaarden kan de mobiliteitsvergoeding worden toegekend?

Het hele systeem is gebaseerd op vrijwilligheid. De werkgever is niet verplicht deze keuze aan te bieden. Hij kan ook de inruilmogelijkheid aan bepaalde voorwaarden onderwerpen. Zo kan de werkgever bijvoorbeeld besluiten om de keuze enkel open te stellen voor de werknemers die niet naar klanten moeten rijden. Of enkel voor de bedrijfswagens die einde leasing zijn. Het is belangrijk dergelijke voorwaarden op te nemen in het mobiliteitsplan.

De werkgever kan de inruilmogelijkheid enkel voorzien indien de onderneming al minimaal 3 jaren bedrijfswagens toekent. Deze voorwaarde geldt niet voor startende ondernemingen.

Ook de werknemer is volledig vrij in zijn keuze om al dan niet zijn bedrijfswagen in te ruilen. 

Om in aanmerking te komen, moet de werknemer al gedurende de afgelopen 12 maanden over een bedrijfswagen beschikken vooraleer hij deze kan inruilen voor een mobiliteitsvergoeding. Er gelden wel afwijkende voorwaarden bij wijziging van werkgever.

 

Hoeveel bedraagt de mobiliteitsvergoeding?

Het bruto bedrag van de mobiliteitsvergoeding is gelijk aan 20% van 6/7de van de cataloguswaarde van de bedrijfswagen die wordt ingeleverd. Indien de werknemer eveneens over een tankkaart beschikt, is het percentage gelijk aan 24%. Indien de werknemer een eigen bijdrage betaalt voor de bedrijfswagen, wordt deze in mindering gebracht van de mobiliteitsvergoeding.

De berekening van de cataloguswaarde verloopt op dezelfde manier als voor de berekening van het voordeel alle aard van een bedrijfswagen, met uitzondering van de waardevermindering op basis van de leeftijd van de wagen. Daar houdt de mobiliteitsvergoeding geen rekening mee.

Voorbeeld:

Cataloguswaarde van de bedrijfswagen : 25 000 € + tankkaart voorzien.

Mobiliteitsvergoeding:

 24% x 6/7 x 25 000 €

 = 5.142,86 € bruto per jaar

= 428,57 € bruto per maand

Van zodra het bedrag van de mobiliteitsvergoeding vaststaat, verandert het niet meer. Het bedrag wordt enkel nog geïndexeerd. Het blijft eveneens ongewijzigd indien de werknemer overstapt naar een functie waarvoor een goedkopere of duurdere bedrijfswagen ter beschikking zou worden gesteld. De werknemer verliest de mobiliteitsvergoeding wel in geval van een wijziging naar een functie waarvoor geen bedrijfswagen ter beschikking wordt gesteld of indien hem opnieuw een bedrijfswagen ter beschikking wordt gesteld.

 

Hoe wordt deze mobiliteitsvergoeding (para)fiscaal behandeld?

Net zoals voor de ingeleverde bedrijfswagen moeten noch werkgever, noch werknemer enige sociale zekerheidsbijdragen betalen op de mobiliteitsvergoeding. De werkgever betaalt wel nog de CO2-bijdrage die hij ook betaalde voor de ingeleverde bedrijfswagen. 

Het voordeel alle aard voor de mobiliteitsvergoeding ligt veel lager dan voor de bedrijfswagen. De werknemer betaalt belastingen op een voordeel alle aard dat gelijk is aan 4% van 6/7de van de cataloguswaarde van de ingeleverde bedrijfswagen. Het overige gedeelte van de mobiliteitsvergoeding is dus vrijgesteld van personenbelasting.

Het voordeel alle aard voor de werknemer in ons voorbeeld is bijgevolg gelijk aan:

4% x 6/7 x 25 000 €

= 857,14 € per jaar

= 71,43 € per maand

Rekening houdend met een bedrijfsvoorheffing van 53,50% komt dit neer op een bedrag gelijk aan 38,22 € per maand.

De netto mobiliteitsvergoeding in ons voorbeeld is bijgevolg gelijk aan 390,35 € per maand (428,57 € - 38,22 €).

 

Is de mobiliteitsvergoeding financieel interessant voor de werknemer?

Of de mobiliteitsvergoeding interessant is voor de werknemer, hangt af van de situatie. De werknemer ontvangt wel een extra maandelijkse vergoeding (in ons voorbeeld gelijk aan 390,35 € netto) en hij spaart de belastingen uit op zijn ingeleverde bedrijfswagen, maar hij moet hiermee al zijn verplaatsingen zelf bekostigen. 

Een werknemer die dichtbij het werk woont, kan zich eventueel met de fiets verplaatsen. Voor een werknemer die een grotere afstand moet overbruggen, is dat moeilijker en zal vaak een andere, duurdere transportwijze gekozen moeten worden.

In dat geval kan het toekomstige mobiliteitsbudget misschien een oplossing zijn.

 

Het mobiliteitsbudget

Wat houdt het mobiliteitsbudget in?

Het akkoord omtrent het mobiliteitsbudget moet nog in wetteksten worden gegoten. De grote lijnen zijn echter wel al bekend. Ook dit systeem zal zowel voor de werkgever als voor de werknemer gebaseerd zijn op vrijwilligheid.

De werknemer krijgt de mogelijkheid om zijn bedrijfswagen in te ruilen voor een bepaald budget. Met dit budget kan de werknemer vervolgens kiezen tussen:

  1. een andere, milieuvriendelijkere of goedkopere bedrijfswagen;
  2. middelen van duurzaam transport (te definiëren bij Koninklijk Besluit);
  3. de uitbetaling van een eventueel saldo in cash.

 

Hoeveel bedraagt het mobiliteitsbudget?

In tegenstelling tot de mobiliteitsvergoeding zal het mobiliteitsbudget bepaald worden op basis van de totale kostprijs op jaarbasis voor de financiering van de bedrijfswagen en alle daarbij horende kosten (brandstof, verzekering, onderhoud, belastingen, enz.).

 

Welke werknemers zullen in aanmerking komen voor het mobiliteitsbudget?

Net als bij de mobiliteitsvergoeding kan het mobiliteitsbudget aangevraagd worden door werknemers die in de afgelopen 36 maanden gedurende ten minste 12 maanden een bedrijfswagen hebben gehad, waarvan minstens 3 maanden effectief voor de aanvraag.

Daarnaast kan het budget ook toegekend worden aan werknemers die recht hebben op een bedrijfswagen, maar dit recht niet hebben uitgeoefend.

 

Hoe zal het mobiliteitsbudget (para)fiscaal behandeld worden?

De (para)fiscale behandeling van het mobiliteitsbudget zal afhangen van de bestemming die de werknemer eraan geeft:

Kiest de werknemer voor een milieuvriendelijkere wagen (bijvoorbeeld een kleinere wagen), dan wordt deze bedrijfswagen behandeld volgens de gewone regels zoals ze vandaag bestaan. De werkgever betaalt een CO²-bijdrage en de werknemer betaalt belastingen op het voordeel alle aard.

Besteedt de werknemer zijn budget aan middelen van duurzaam transport, dan worden deze bedragen volledig vrijgesteld van sociale bijdragen en belastingen.

De werknemer kan ook kiezen voor een uitbetaling van het (saldo van het) budget in cash. Deze cashregeling wordt wel minder aantrekkelijk gemaakt. De werkgever betaalt 25% sociale zekerheidsbijdragen, de werknemer 13,07%. Het bedrag zou wel vrijgesteld zijn van belastingen.

 

Welke optie is het meest interessant?

Ons inziens zal de beste optie voor de werknemer sterk afhangen van de concrete keuze die hij maakt voor een alternatieve vervoerswijze bij het inruilen van zijn bedrijfswagen.

Wil de werknemer verder met de wagen naar het werk rijden, dan kan hij voortaan kiezen voor een kleinere en/of milieuvriendelijkere wagen en het saldo in cash ontvangen.

Wil de werknemer zich op een andere, duurzamere manier naar het werk begeven, dan moet hij de kostprijs van zijn alternatief vervoermiddel berekenen en afwegen of hij dit best zelf financiert met zijn mobiliteitsvergoeding, dan wel of een financiering via het mobiliteitsbudget (met een eventueel cash complement) voordeliger uitkomt. De vraag blijft welke transportmiddelen allemaal in aanmerking zullen komen als “duurzaam”.

Alleszins zullen de nieuwe regelingen er op termijn toe kunnen leiden dat het “mobiliteitsbudget” door elke werknemer anders wordt gebruikt. Voor de werkgever zal het dan ook van kapitaal belang zijn om hier het overzicht in te bewaren, en deze individuele keuzes op een efficiënte manier te beheren.

 

Contact

BDO Legal volgt dit topic voor u verder op en houdt u op de hoogte van zodra meer info beschikbaar is. Onze juristen van het team Employment Tax & Legal Services kunnen u adviseren bij het al dan niet invoeren van de mobiliteitsvergoeding en/of mobiliteitsbudget en de opmaak van het mobiliteitsplan:

Loading...