Een gelegenheidsgift is geen schenking
Een geschenk gegeven naar aanleiding van een bepaalde levensgebeurtenis vormt volgens het Burgerlijk Wetboek geen schenking. Denk aan een verjaardag, een huwelijk, een geboorte, maar ook kerst en nieuwjaar. Zolang het geschenk beperkt blijft en gegeven wordt omdat het ‘sociaal zo hoort’ zal het als een ‘gelegenheidsgift’ bestempeld worden.
Dat het envelopje met geld niet als een schenking wordt beschouwd, heeft een aantal voordelen. Er zijn geen schenkingsrechten te betalen en het is niet nodig om bepaalde voorwaarden voor een geldige schenking na te leven.
In tegenstelling tot een daadwerkelijke schenking moet de gelegenheidsgift evenmin rechtgezet worden in de nalatenschap wanneer de gever ervan komt te overlijden. Zelfs bij een overlijden binnen de ‘verdachte periode’ van drie jaar na de schenking. Er zijn dus ook in principe geen successierechten verschuldigd.
In de praktijk merken we dat gelegenheidsgiften steeds vaker aanleiding geven tot discussies tussen kinderen. Dit komt door het feit dat de grens tussen een onschuldig geschenk en een daadwerkelijke schenking niet altijd duidelijk is, maar ook omdat kinderen een voorbehouden erfdeel hebben. Kinderen (of kleinkinderen bij vooroverlijden van het kind) kunnen dan ook een aantasting van hun voorbehouden erfdeel inroepen door te bewijzen dat de andere kinderen meer hebben ontvangen.
Waar ligt nu net de grens tussen een gelegenheidsgift en een daadwerkelijke schenking? Dit wordt beoordeeld aan de hand van de concrete omstandigheden: wat is de aard en omvang van het geschenk, hoe groot is het vermogen van de gever ervan, welke is de sociale status van de gever, etc. Het is wel vereist dat de gever handelt uit hoofde van een morele of maatschappelijke plicht om een cadeau te geven bij een bepaalde gelegenheid. Het geschenk mag dus niet gegeven worden uit vrijgevigheid maar omdat het sociaal zo hoort.
Ben je gehuwd, dan kan je een gelegenheidsgift geven zonder de toestemming van de andere echtgenoot/echtgenote, ook al gaat het om gemeenschappelijk geld (of goederen).
Einde discussie door een erfovereenkomst
Wil je over de gegeven geschenken elke vorm van discussie bij overlijden vermijden? Dat is mogelijk. Je kan bij de notaris een erfovereenkomst opmaken waarin je samen met al je kinderen kan afspreken dat bepaalde geschenken wel of niet moeten rechtgezet worden bij het overlijden. Het is hierbij wel belangrijk om je tijdig tot de notaris te wenden.
De fiscus kijkt mee
In principe is een gelegenheidsgift niet onderworpen aan schenkings- of successierechten (zie hoger). Maar de fiscus kan steeds aantonen dat een bepaalde gelegenheidsgift niet in verhouding is tot het vermogen en de inkomsten van de gever ervan. Daarvoor kunnen ze zich beroepen op het aanslagbiljet in de personenbelasting van de overleden gever van het geschenk. Volgens de fiscus dient een gelegenheidsgift ‘weinig belangrijk’ te zijn.
Bovendien zijn de fiscale regels rond de successierechten volgens de fiscus duidelijk en niet louter van toepassing op schenkingen in de strikte zin van het woord. De discussie tussen een gelegenheidsgift en een daadwerkelijke schenking speelt dan ook niet volgens de fiscus. Zo moet je in principe alle belangrijke geschenken aangeven aan de fiscus wanneer de gever ervan overlijdt binnen de drie jaar. Het moet natuurlijk wel gaan om geschenken die door de fiscus kunnen vastgesteld worden, bv. naar aanleiding van een bankonderzoek.
Geef niet onbezonnen
Tradities zijn er om in ere te worden gehouden, toch? Laat die ‘envelopjes’ dus maar rijkelijk verschijnen onder de kerstboom of bij de nieuwjaarsbrieven. Maar geef niet onbezonnen. Zo kan je discussies tussen de kinderen of met de fiscus vermijden. Fijne feestdagen!