Deze website maakt gebruik van cookies. Op deze manier kunnen we u een meer gepersonaliseerde dienstverlening bieden. Door het gebruik van deze website gaat u akkoord met het feit dat wij 'cookies' gebruiken. Lees onze privacy policy voor meer informatie over het gebruik van cookies en hoe u deze kunt deleten en blokkeren.
  • Nieuwe onderzoeksbevoegdheden
    voor de Belgische en buitenlandse fiscus

Nieuwe onderzoeksbevoegdheden voor de Belgische en buitenlandse fiscus

16 februari 2023

Twee nieuwe wetten die eind 2022 zijn gepubliceerd geven de Belgische en de buitenlandse fiscus nieuwe onderzoeksbevoegdheden. Bij fraude kan de fiscus voortaan tien jaar teruggaan in de tijd. Maar ook de buitenlandse fiscus kan actief op onderzoek gaan in België.

Het betreft de volgende wetten:

  • De Wet van 20 november 2022 houdende diverse fiscale en financiële bepalingen omvat maatregelen die de termijnen uitbreiden binnen dewelke de Belgische fiscus aangiften kan onderzoeken en bijkomende aanslagen kan vestigen; en
  • De Wet van 21 december 2022 zet de Europese Richtlijn DAC 7 om in het Belgisch recht, waardoor buitenlandse belastingambtenaren actief kunnen deelnemen aan een onderzoek in België.

 

Uitbreiding van de termijnen 

De Wet van 20 november 2022 brengt de nationale fiscale procedures in overeenstemming met de internationale normen. 

De regels hieronder toegelicht zijn van toepassing vanaf aanslagjaar 2023 en, belangrijker, uitsluitend voor de toekomst. Voor aanslagjaren 2022 en voorgaande blijven de huidige termijnen van kracht, ook indien deze verstrijken in of na aanslagjaar 2023.
 

Basistermijnen

De basistermijn blijft drie jaar. Dat betekent dat de fiscus de aangiftes van de voorgaande drie jaar kan controleren als er een onregelmatigheid opduikt en een (bijkomende) belastingaanslag kan opleggen voor die voorgaande jaren. Voor aangiftes die te laat of niet ingediend zijn, wordt de termijn vier jaar.
 

Nieuwe termijn in geval van buitenlandse activiteiten

Voor aangiftes van ondernemingen met activiteiten in het buitenland wordt een nieuwe onderzoeks- en aanslagtermijn ingevoerd van zes jaar. Deze termijn geldt in de volgende (grensoverschrijdende) gevallen:

  • wanneer de aangifte een onderneming betreft die een lokaal dossier moet indienen of die onderworpen is aan de verplichting tot het indienen van een landenrapport;
  • wanneer de aangifte een onderneming betreft die betalingen heeft gedaan aan ‘belastingparadijzen’ waarvoor Formulier 275F opgemaakt moet worden;
  • wanneer in de aangifte in de roerende voorheffing vrijstellingen, verzakingen of verminderingen zijn opgenomen die worden toegekend op basis van een dubbelbelastingverdrag of een EU-richtlijn;
  • wanneer de aangifte een verrekening bevat van het forfaitair gedeelte van de buitenlandse belasting (FBB);
  • wanneer over de aangifte inlichtingen werden verkregen van de buitenlandse belastingdiensten die betrekking hebben op meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies of op platformexploitanten, op voorwaarde dat – in dit laatste geval - het betrokken bedrag minimaal 25 000 euro bedraagt.

Deze laatste twee gevallen betreffen de zogenaamde Europese Richtlijnen DAC 6 en DAC 7 die in het Belgisch recht zijn omgezet.

Met zes jaar heeft de fiscus meer tijd om o.a. de verrekenprijzen binnen de groep te controleren of andere zaken met een internationaal aanknopingspunt (bijvoorbeeld misbruik van dubbelbelastingverdragen, toepassing van de aftrek voor definitief belaste inkomsten, enz.).

 

Termijn in geval van fraude

Voor fraude wordt de termijn 10 jaar in plaats van zeven jaar. Deze termijn wordt ook toegepast voor complexe aangiftes, dit zijn aangiftes met betrekking tot offshore constructies, hybride mismatches en ondernemingen die onder de CFC-regels vallen.

De fiscus moet voorafgaand kennisgeven dat er vermoedens van fraude zijn en dat ze de intentie heeft om de verlengde termijn toe te passen voor een of meerdere aanslagjaren, ten gevolge van die vermoedens. Dit is echter niet het geval wanneer het onderzoek uitgevoerd wordt op vraag van een Staat waarmee België een dubbelbelastingverdrag of een akkoord over uitwisseling van inlichtingen met betrekking tot belastingaangelegenheden heeft gesloten, of die partij is bij een ander bilateraal of multilateraal juridisch instrument.

De uitbreiding van de termijnen heeft voornamelijk tot doel om de belastingadministratie meer tijd te geven om aangiftes met een (complex) internationaal karakter en/of fraudedossiers degelijk te onderzoeken. Het is echter niet de bedoeling om deze bijkomende termijnen te gebruiken voor bepaalde eenvoudigere aspecten van de aangifte, zoals de verworpen uitgaven in verband met kosten voor personenwagens, restaurantkosten of relatiegeschenken, te onderzoeken. Deze onderzoeken dienen dus te gebeuren binnen de basistermijn van drie jaar (of vier jaar voor een laattijdige aangifte). 

Dit alles heeft tot gevolg dat boeken en bescheiden voortaan voor een periode van 10 jaar bijgehouden moeten worden in plaats van zeven jaar.

Ter compensatie/tegemoetkoming, wordt de bezwaartermijn voor de belastingplichtige verlengd van zes maanden naar één jaar.

 

Mogelijkheid tot opleggen van dwangsommen

De wet voorziet in de mogelijkheid voor de fiscus om de rechter te vragen de belastingplichtige te veroordelen tot betaling van een dwangsom wanneer deze de uitoefening van de onderzoeksbevoegdheden van de fiscus belemmert. 

De dwangsom kan ook worden gevorderd door een derde Staat waarmee België een dubbelbelastingverdrag of een akkoord over uitwisseling van inlichtingen met betrekking tot belastingaangelegenheden heeft gesloten, of die partij is bij een ander bilateraal of multilateraal juridisch instrument.

 

Gezamenlijke belastingcontroles binnen de EU

Ook nieuw is de mogelijkheid voor een belastingambtenaar van een andere lidstaat om vanaf 1 januari 2023 actief deel te nemen aan een belastingonderzoek in België.  Dit mits het akkoord van de bevoegde Belgische belastingdienst. Deze mogelijkheid is ingevoerd met de omzetting van DAC 7 in het Belgisch recht. De buitenlandse ambtenaren worden dan gelijkgesteld met nationale ambtenaren in die zin dat zij rechtstreeks vragen kunnen stellen aan de betrokken belastingplichtige, documenten kunnen raadplegen, enz. 

 

Hoe kunnen wij helpen? 

De mogelijkheden voor de Belgische fiscus om een onderzoek te voeren en een aanslag te vestigen zijn met de Wet van 20 november 2022 aanzienlijk uitgebreid. Dat nu ook buitenlandse belastingambtenaren actieve onderzoeksdaden kunnen stellen in België, verhoogt de druk voor de belastingplichtige om in regel te zijn. 

Onze fiscale experten kunnen jouw onderneming bijstaan bij zulke controles. Maar beter nog worden dergelijke belastingcontroles vermeden. Jouw vertrouwde BDO-adviseur of één van onze experten in internationale fiscaliteit kan steeds met jou een inschatting maken van mogelijke risico’s en oplossingen. Twijfel niet om hen te contacteren.