Deze website maakt gebruik van cookies. Op deze manier kunnen we u een meer gepersonaliseerde dienstverlening bieden. Door het gebruik van deze website gaat u akkoord met het feit dat wij 'cookies' gebruiken. Lees onze privacy policy voor meer informatie over het gebruik van cookies en hoe u deze kunt deleten en blokkeren.
  • Belgium Holland Country Desk - December 2022

    Verandering in de wijze van vrijstelling van de bezoldigingen uit Belgische vennootschappen voor in Nederland woonachtige bestuurders

Nieuwsbrieven:

Verandering in de wijze van vrijstelling van de bezoldigingen uit Belgische vennootschappen voor in Nederland woonachtige bestuurders

20 december 2022

Op 8 juli 2022 heeft de Nederlandse  staatssecretaris van Financiën een besluit  gepubliceerd waarin de goedkeuring voor de  toepassing van de vrijstelling met  progressievoorbehoud voor Nederlandse  inwoners met buitenlandse bestuurders- en  commissarissenbeloningen wordt ingetrokken. Deze goedkeuring zal met ingang van 1 januari 2023 komen te vervallen. 

Het recht om belasting te heffen over de  bestuurdersbeloning die een in Nederland wonende bestuurder of commissaris ontvangt van een in het  buitenland gevestigde vennootschap is doorgaans toegewezen aan het land waar de vennootschap is  gevestigd. Ondanks de belastingheffing in het  vestigingsland moet de bestuurder de buitenlandse  bestuurdersbezoldiging wel verplicht aangeven in zijn Nederlandse aangifte inkomstenbelasting. Nederland dient  op basis van het toepasselijke belastingverdrag dan wel  
een aftrek ter voorkoming van dubbele belasting te  verlenen. In heel wat door Nederland  gesloten dubbelbelastingverdragen wordt bepaald dat deze voorkoming wordt verleend door middel van de verrekeningsmethode. 

Tot op heden werd voor de voorkoming van dubbele  belasting in de praktijk echter met heel wat landen, de  vrijstellingsmethode (met progressievoorbehoud)  toegepast. De vrijstellingsmethode is in vergelijking met de toepassing van de verrekeningsmethode veelal gunstiger.

De toepassing van de gunstigere vrijstellingsmethode in situaties waar de  verdragsbepalingen voorzagen in de toepassing van de verrekeningsmethode was gebaseerd op een Besluit van de staatssecretaris van Financiën van 18 juli 2008.  

Het Besluit van 2008 en dus de vrijstellingsregeling was ook van toepassing op situaties van in Nederland wonende  bestuurders en commissarissen van Belgische  vennootschappen. 

Dit hield in dat ondanks het feit dat het tussen België en  Nederland gesloten dubbelbelastingverdrag voorziet in de  toepassing van de verrekeningsmethode, Nederland een  vermindering van de Nederlandse inkomstenbelasting  verleent die gelijk is aan de verhouding tussen de Belgische bestuurdersbeloning en het totale inkomen uit werk en  woning (box 1). Concreet betekent dit dat het Belgische  inkomen wordt vrijgesteld maar wel een tarief- effect heeft op de in Nederland belastbare inkomsten. 

Per 1 januari 2023 wordt het Besluit van 2008 ingetrokken. Dit betekent dat vanaf dan, tenzij het toepasselijke  belastingverdrag anders voorschrijft, de verrekenmethode van toepassing is op buitenlandse bestuurdersbeloningen.  De verrekenmethode houdt in dat Nederland enkel een aftrek verleend voor de belasting die in het buitenland is  betaald op de bestuurdersbeloning. De aftrek ter voorkoming van dubbele belasting is dan nooit hoger dan de toerekenbare Nederlandse inkomstenbelasting.  

Voor bestuurders in Belgische vennootschappen houdt dit in dat, als de belasting die verschuldigd is over de Belgische bestuurdersbezoldiging in Nederland hoger is dan de belasting die in België verschuldigd is, enkel een aftrek ter voorkoming van dubbele belasting zal worden gegeven  voor de in België betaalde belasting. Indien de in België  verschuldigde belasting hoger zou zijn dan de Nederlandse  belasting over dit inkomen zal de aftrek beperkt worden tot Nederlandse belasting op dit inkomen. Bijgevolg zal per saldo een bedrag aan buitenlandse en Nederlandse belasting verschuldigd zijn gelijk aan de Nederlandse inkomstenbelasting die verschuldigd zou zijn indien de bestuurdersbeloning volledig in Nederland zou belast geweest zijn. 

Belangrijk hierbij is te noteren dat, aangezien de voorkoming van dubbele belasting volgens de verrekeningsmethode onder het verdrag met België verwijst naar artikel 16 van dit verdrag, deze wijziging niet enkel geldt voor bezoldigingen ontvangen in de  hoedanigheid van bestuurder, maar ook geldt voor bedrijfsleiders in Belgische vennootschappen die een leidende werkzaamheid of leidende functie van dagelijks bestuur, van commerciële, technische of financiële aard uitoefenen buiten een arbeidsovereenkomst. Dit kan dus ook gelden voor leden van een Directieraad in Belgische ondernemingen.